In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 oktober 2017 uitspraak gedaan in een incident ex artikel 351 Rv, ingeleid door BP Engineering SRL tegen Johannes Dominicus Eugenius van den Heuvel, curator in het faillissement van Solar Trade B.V. BP Engineering, vertegenwoordigd door mr. M. Deckers, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, waarin zij werd veroordeeld tot betaling van € 567.620,45 aan de curator. BP Engineering verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging van dit vonnis, stellende dat er een onaanvaardbaar restitutierisico bestaat. De curator, vertegenwoordigd door mr. R.J.H. Thijssen, voerde verweer en stelde dat het belang bij uitvoerbaarverklaring bij voorraad zwaarder weegt.
Het hof heeft de belangen van beide partijen afgewogen. BP Engineering stelde dat de boedel onvoldoende verhaal biedt voor terugvordering van het te betalen bedrag, en dat er een novum was in de vorm van een uitspraak van de rechtbank in Milaan die haar standpunt ondersteunde. Het hof oordeelde dat het restitutierisico voor BP Engineering vaststaat, maar dat dit niet automatisch leidt tot schorsing van de tenuitvoerlegging. De curator bood aan om zekerheid te stellen, wat het hof als voldoende beschouwde om de vordering van BP Engineering toe te wijzen.
Het hof heeft bepaald dat de curator zekerheid moet stellen in de vorm van een bankgarantie ter hoogte van € 576.981,29. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot de eindbeslissing in de hoofdzaak. De hoofdzaak is verwezen naar de rol van 17 oktober 2017 voor memorie van antwoord.