In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst tussen Stichting Wonen Limburg en haar huurders, [geintimeerden c.s.]. De stichting had de huurders aangeklaagd omdat zij een hennepkwekerij hadden geëxploiteerd in een schuur die zich achter het gehuurde pand bevond. De stichting stelde dat dit in strijd was met de verplichtingen uit de huurovereenkomst en dat dit een tekortkoming opleverde die ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde.
De huurders hadden de woning sinds 1991 in gebruik en de huurprijs bedroeg € 570,37 per maand. De huurovereenkomst bevatte bepalingen die huurders verplichtten het gehuurde overeenkomstig de woonbestemming te gebruiken en zich als goede huurders te gedragen. Het hof oordeelde dat de exploitatie van de hennepkwekerij, hoewel niet in het gehuurde pand zelf, wel degelijk een tekortkoming opleverde in de nakoming van de huurovereenkomst. De aanwezigheid van de hennepkwekerij had negatieve gevolgen voor de woonomgeving en de kwaliteit van de buurt.
Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de kantonrechter, die de vorderingen van de stichting had afgewezen, en oordeelde dat de stichting recht had op ontbinding van de huurovereenkomst. De huurders werden veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het arrest de woning te ontruimen. Het hof hield rekening met de proceskosten en bepaalde dat de huurders deze moesten vergoeden. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van huurders met betrekking tot het gebruik van het gehuurde en de impact daarvan op de omgeving.