Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
- mevrouw [belanghebbende 1] , de bewindvoerder (hierna: de bewindvoerder);
- de heer [belanghebbende 2] , echtgenoot van de rechthebbende (hierna: de echtgenoot).
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de rechthebbende, bijgestaan door mr. Struik;
- de bewindvoerder;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 28 september 2016;
- het V2-formulier van mr. Struik, die zich heeft gesteld in plaats van mr. J. van Hulst;
- de brief van de bewindvoerder d.d. 7 maart 2017.
- een door de voormalig bewindvoerder ondertekende bereidverklaring;
- een door mevrouw [opvolgend bewindvoerder 2] ondertekende bereidverklaring;
- een door de voormalig bewindvoerder ondertekende intentieverklaring.
3.3. De beoordeling
het voor het dossier en betrokkenen handig zou zijn als dezelfde bewindvoerder hun financiële belangen zou behartigen’.Ter zitting heeft de bewindvoerder verder uitdrukkelijk verklaard dat zij bereid is terug te treden voor een opvolgend bewindvoerder. Daarbij heeft zij verklaard dat, voor zover zij kan overzien, er geen onregelmatigheden hebben plaatsgevonden in de jaren dat de voormalig bewindvoerder het beheer over de financiën van de rechthebbende heeft uitgevoerd en er in zoverre geen bezwaren zijn om de voormalig bewindvoerder als opvolgend bewindvoerder te benoemen.
4.De beslissing
21 oktober 2016, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen;
[geboortedatum] 1964, wonende aan de [adres 1] te [woonplaats] ( [postcode 1] );