3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
a. Een aan [geïntimeerde] gelieerde vennootschap, [vennootschap] B.V. (verder: [vennootschap] ) heeft aan [appellante] gefactureerd middels de volgende facturen:
Referentie Datum Bedrag
[referentie 1] 05-09-2013 € 102,25
[referentie 2] 24-09-2013 € 227,56
[referentie 3] 03-10-2013 € 4.537,40
[referentie 4] 11-10-2013 € 291,62
[referentie 5] 23-10-2013 € 271,04
[referentie 6] 24-10-2013 € 135,52
Totaal € 5.565,39
[appellante] heeft de facturen onbetaald gelaten.
Tussen [vennootschap] (in de akte aangeduid als vervreemder) en [geïntimeerde] (in de akte aangeduid als verkrijger) is op 17 november 2013 onder meer het volgende overeengekomen:
Vervreemder en Verkrijger behoren beide tot de [Group] Group. De [Group] Group wenst de onderneming van Vervreemder over te dragen aan Verkrijger. De facto wordt de onderneming een nevenvestiging van Verkrijger, onder de naam [vennootschap] .
De onderneming wordt overgedragen per 01-01-2014.
Zijn overeengekomen als volgt:
1.
Vervreemder draagt over en levert in eigendom aan Verkrijger en Verkrijger verkrijgt en in aanvaardt in eigendom:
a. alle activa van de onderneming van vervreemder zoals per de toestand op 01-01-2014.
b. de goodwill en handelsnaam alsmede het volledige klantenbestand behorende bij deOnderneming.
2. Verkrijger neemt voorts alle schulden van de vervreemder over zoals per de toestand op01-01-2014.
3. Vanaf de Overnamedatum zijn de door vervreemder overgedragen goederen,overeenkomsten, schulden, activa, etc. alsmede het resultaat van de onderneming voorrekening en risico van de Verkrijger. (…)”.
[geïntimeerde] heeft per 1 januari 2014 de activiteiten van [vennootschap] overgenomen.
Bij brief van “januari 2014” aan haar relaties, waarin in het briefhoofd zowel [geïntimeerde] als [vennootschap] staan vermeld, maar die slechts ondertekend is namens [vennootschap] is vermeld:
“(…) Binnen [Group] Group wordt op dit moment vanuit drie verschillende vennootschappen in Nederland reparatie, service, onderhoud en modificatie aan vrachtwagens verricht. (…)
Om een heldere profilering naar de markt te krijgen en slagvaardiger te kunnen werken, zijn deze activiteiten per 1 januari 2014 ondergebracht in één vennootschap, namelijk [Techniek] Techniek B.V gevestigd te [vestigingsplaats] . (…)
Voor u als relatie van [vennootschap] verandert formeel het bedrijf waarmee u zaken doet. De activiteiten en medewerkers zullen worden ondergebracht in [Techniek] Techniek B.V. U blijft echter met dezelfde medewerkers zaken doen en contact houden. (…)
In de bijlage treft u een overzicht aan van de relevante gegevens van [Techniek] Techniek B.V., inclusief het gewijzigde bankrekeningnummer, B.T.W. nummer en KvK nummer. Wij verzoeken u dit in uw administratie aan te passen en correspondentie en facturatie te richten aan de desbetreffende vestiging. (…)”.
Bij Cessie-akte van 11 november 2014 zijn [vennootschap] (in die akte genoemd: [vennootschap] ) en [geïntimeerde] (in die akte genoemd: Techniek) onder meer het navolgende overeengekomen:
“(...)
In aanmerking nemende:
-
dat [vennootschap] een vordering op de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [appellante] (…) heeft, ten bedrage van € 5.565,39 (…);
-
dat [vennootschap] haar voormelde vordering op [appellante] derhalve wenst over te dragen aan Techniek, die bereid is deze cessie te aanvaarden;
zijn overeengekomen als volgt:
1.
[vennootschap] draagt bij deze zijn hierboven in de considerans omschreven vordering op [appellante] over aan Techniek, welke overdracht Techniek bij deze aanvaardt;
2.
[vennootschap] is verplicht en Techniek is bevoegd deze cessie schriftelijk mee te delen aan [appellante] dit onder bijvoeging van een afschrift van deze cessie-akte. (…)”.
3.2.1.[geïntimeerde] heeft in eerste aanleg gevorderd [appellante] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [geïntimeerde] te betalen het bedrag van € 6.454,17 (te weten € 5.565,39, de rente berekend tot 12 februari 2014 ter hoogte van € 182,24 en buitengerechtelijke incassokosten van € 706,54) te vermeerderen met de contractueel bedongen, subsidiair de wettelijke, (handels-) rente tot aan de dag der algehele voldoening en [appellante] te veroordelen in de proceskosten.
3.2.2.Aan deze vordering heeft [geïntimeerde] , kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd.
[vennootschap] heeft in opdracht en voor rekening van [appellante] werkzaamheden verricht en zaken geleverd. [geïntimeerde] heeft bij de overname van de activiteiten van [vennootschap] per 1 januari 2014 alle openstaande vorderingen van [vennootschap] op derden overgenomen. [geïntimeerde] volgt [vennootschap] op in haar rechten. [appellante] heeft de facturen onbetaald gelaten, hoewel zij door [vennootschap] en [geïntimeerde] tot betaling is herinnerd en aangemaand. [geïntimeerde] heeft de vordering uit handen gegeven en daarbij buitengerechtelijke kosten gemaakt die [appellante] verschuldigd is.
3.2.3.[appellante] heeft verweer gevoerd. Kort gezegd heeft [appellante] betwist dat zij opdracht heeft gegeven voor de werkzaamheden en dat de vorderingen van [vennootschap] aan [geïntimeerde] zijn overgedragen (omdat geen akte is opgemaakt waarbij [appellante] heeft ingestemd met de contractsovername). Ook heeft zij gesteld dat een geldige titel voor de overdracht ontbreekt. Eveneens heeft [appellante] betwist dat de Metaalunievoorwaarden tussen haar en [vennootschap] overeen zijn gekomen.
3.3.1.In het tussenvonnis van 16 oktober 2014 heeft de kantonrechter bepaald dat [geïntimeerde] stukken in het geding mag brengen waaruit blijkt dat [vennootschap] haar vordering op [appellante] aan [geïntimeerde] heeft overgedragen en ook aan [appellante] mededeling heeft gedaan van de overdracht van deze vordering. Daarop is door [geïntimeerde] de hierboven deels geciteerde Cessie-akte van 11 november 2014 in het geding gebracht.
3.3.2.In het eindvonnis van 19 februari 2015 heeft de kantonrechter [appellante] veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerde] van € 5.565,39, vermeerderd met de contractuele rente van 12% per jaar over € 5.463,14 vanaf 12 februari 2014 tot aan de dag van voldoening, met € 6.96,31 aan buitengerechtelijke incassokosten, met de contractuele rente van 12% over de periode ingaande op de vervaldag van de diverse facturen, voor zover gedateerd na 5 september 2013, tot 12 februari 2014, met de wettelijke handelsrente over € 102,25 (zijnde de factuur van 5 september 2013) vanaf de sommatie van 3 december 2012 tot aan de dag der voldoening en met de kosten van het geding, gevallen aan de zijde van [geïntimeerde] , welke tot op heden werden vastgesteld op € 545,94 ter zake verschotten en op € 500,- ter zake salaris gemachtigde.
De kantonrechter heeft daartoe kort gezegd overwogen dat van contractsovername (overgang van rechten en verplichtingen) als bedoeld in artikel 6:159 BW geen sprake is. Naar aanleiding van het standpunt van [geïntimeerde] dat zij eigenares is van de vordering op [appellante] door cessie heeft de kantonrechter geoordeeld dat aan de eisen van overdracht van de vordering en kennisgeving reeds was voldaan door de brief van januari 2014 en ten overvloede door de overgelegde akte van cessie van 11 november 2014, zodat de vordering rechtsgeldig aan [geïntimeerde] is overgedragen en dat daarvan mededeling is gedaan aan [appellante] .