In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een geschil over het honorarium van een architect, Bouwburo B.V., die een vordering heeft ingesteld tegen Car Cosmetics. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten en betreft een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De rechtbank had eerder geoordeeld over de hoogte van het honorarium dat door Bouwburo B.V. in rekening werd gebracht. In het tussenarrest van 21 maart 2017 heeft het hof Bouwburo B.V. een bewijsopdracht verstrekt en de zaak naar de rol verwezen voor opgave van getuigen en verhinderdata. Bouwburo B.V. heeft vervolgens een getuige doen horen, de directeur van het bedrijf, die verklaarde dat er een kostenraming van € 38.000 was overhandigd aan de financieel adviseur van Car Cosmetics. Deze verklaring werd echter betwist door Car Cosmetics, die stelde dat er geen overeenstemming was bereikt over het honorarium. Het hof oordeelde dat de verklaring van de directeur onvoldoende bewijs opleverde voor de gestelde prijsafspraak. Het hof concludeerde dat er geen bewijs was geleverd voor de hoogte van het honorarium en dat een deskundigenbericht noodzakelijk was om vast te stellen welk honorarium Bouwburo B.V. in rekening had mogen brengen. Het hof heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling en de kosten van de deskundige voorlopig ten laste van Bouwburo B.V. gebracht.