ECLI:NL:GHSHE:2017:409
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verbetering en aanvulling van een eerder arrest in civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 februari 2017 uitspraak gedaan op een verzoek tot verbetering en aanvulling van een eerder arrest, gewezen op 19 juli 2016. Het verzoek is ingediend door de appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat, die aanvoert dat een brief van 30 november 2007, die deel uitmaakt van het procesdossier, niet is meegenomen in de beoordeling van het eerdere arrest. De appellant stelt dat de eisen van een behoorlijke rechtspleging vereisen dat deze brief wordt betrokken bij de beoordeling.
De advocaat van de geïntimeerde, mr. J.W. van der Horst, heeft in reactie op het verzoek van de appellant aangegeven dat de appellant niet-ontvankelijk verklaard moet worden in zijn verzoek tot herstel en/of aanvulling, of dat het verzoek afgewezen moet worden. Het hof heeft de argumenten van beide partijen overwogen en geconcludeerd dat het verzoek van de appellant niet betrekking heeft op een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die eenvoudig te herstellen is. Ook is er geen verzuim van het hof vastgesteld met betrekking tot de beslissing over een onderdeel van het gevorderde.
Uiteindelijk heeft het hof het verzoek van de appellant tot herstel en aanvulling van het arrest van 19 juli 2016 afgewezen. De uitspraak is gedaan door de rechters O.G.H. Milar, M.G.W.M. Stienissen en J.R. Sijmonsma en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op dezelfde datum.