In deze milieustrafzaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Limburg. De verdachte, houder van een jachtakte, was beschuldigd van het dragen van een geweer op gronden waarop hij niet gerechtigd was tot het gebruik ervan. Het hof heeft artikel 51 van de Flora- en faunawet geïnterpreteerd en vastgesteld dat het dragen van een geweer alleen is toegestaan als men dat geweer ook daadwerkelijk ter plaatse mag gebruiken en voor het doel waarvoor het is bestemd. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en veroordeelde de verdachte tot een geldboete van € 250,00, bij gebreke van betaling te vervangen door 5 dagen hechtenis.
De zaak kwam voort uit een incident op 20 juni 2014 in de gemeente Venlo, waar de verdachte een geweer droeg in een natuurgebied. Het hof oordeelde dat de verdachte niet gerechtigd was om het geweer te dragen, omdat het jachtseizoen gesloten was en hij niet voldeed aan de voorwaarden voor schadebestrijding. De verdediging voerde aan dat de verdachte gerechtigd was tot het gebruik van een geweer, maar het hof oordeelde dat de verdachte niet aan de wettelijke vereisten voldeed. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor jagers om zich aan de regels te houden en de voorwaarden voor het gebruik van wapens in natuurgebieden te respecteren.