ECLI:NL:GHSHE:2017:4011

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 september 2017
Publicatiedatum
19 september 2017
Zaaknummer
200.196.700_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzuim bij nakoming overeenkomst van aanneming van werk en onterechte opschorting door aannemer

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep tegen vonnissen van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. J. Nederlof, hebben hoger beroep ingesteld tegen de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. F. Dijkslag. De zaak betreft een geschil over de nakoming van een overeenkomst van aanneming van werk, waarbij beide partijen verzuim hebben gepleegd. De appellanten hebben de onterechte opschorting van het werk door de aannemer betwist, terwijl de opdrachtgever een partiële ontbinding van de overeenkomst heeft ingeroepen.

Tijdens de procedure heeft het hof besloten om een comparitie van partijen te houden, met als doel informatie uit te wisselen en de stand van zaken te bespreken. Tevens werd de mogelijkheid van mediation besproken. De comparitie is bedoeld om de partijen in de gelegenheid te stellen hun standpunten toe te lichten en te trachten tot een minnelijke regeling te komen. Het hof heeft de partijen opgeroepen om op 15 januari 2018 in persoon te verschijnen, bijgestaan door hun advocaten, en heeft bepaald dat de advocaat van de appellanten een kopie van het volledige procesdossier moet indienen. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgedaan.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.196.700/01
arrest van 19 september 2017
in de zaak van

1.[appellant] ,wonende te [woonplaats] ,

2.
[appellante] ,wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
advocaat: mr. J. Nederlof te Waalwijk,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. F. Dijkslag te Amersfoort,
op het bij exploot van dagvaarding van 25 juli 2016 ingeleide hoger beroep van de vonnissen van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Tilburg van 30 december 2015 en 4 mei 2016, gewezen tussen appellanten als gedaagden en geïntimeerde als eiser.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 4601774 CV EXPL 15-8932)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep met productie;
  • de memorie van grieven met producties;
  • de memorie van antwoord met producties.
Partijen hebben comparitie gevraagd.

3.De beoordeling

Het hof zal het verzoek om een comparitie van partijen te houden honoreren. De comparitie heeft tot doel informatie uit te wisselen en de stand van zaken in de procedure te bespreken. Tevens kan de comparitie worden benut om een minnelijke regeling te beproeven. Desgewenst kan ter zitting verwijzing van de zaak naar mediation worden besproken. De partijen zullen bij de comparitie in de gelegenheid worden gesteld om de zaak kort toe te lichten. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon, als het om een rechtspersoon gaat deugdelijk vertegenwoordigd door een persoon die van de zaak op de hoogte is en die tot het treffen van een minnelijke regeling bevoegd is, bijgestaan door hun advocaten op
15 januari 2018 om 15.00 uurzullen verschijnen op de zitting van het hof in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te 's-Hertogenbosch, met de hiervoor onder 3 vermelde doeleinden;
bepaalt dat de advocaat van appellanten
binnen twee wekenna de datum van dit arrest een kopie van het volledige procesdossier
in viervoudzal indienen bij het hof;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.I.M.W. Bartelds, W.J.J. Beurskens en O.G.H. Milar en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 19 september 2017.
griffier rolraadsheer