De rechthebbende heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat het bewind in 2012
- op eigen verzoek - is ingesteld vanwege de verwarde toestand waarin hij toen verkeerde als gevolg van diverse gebeurtenissen in de privésfeer. Het hof stelt vast dat volgens de verklaring van de huisarts van 3 januari 2017 de rechthebbende, die de afgelopen jaren regelmatig op het spreekuur is verschenen, gezien zijn huidige functioneren weer in staat zou moeten zijn om zelf zijn financiële belangen waar te nemen en dat momenteel van psychiatrie in engere zin geen sprake meer is. Ook volgens de verklaring van de psychiater van 2 februari 2017 is bij de rechthebbende geen sprake van psychiatrische problematiek in engere zin. De psychiater acht hem adequaat in het contact en goed in staat om zelf zijn eigen belangen te behartigen. Het hof kent aan deze beide, relatief recente verklaringen een zwaarder gewicht toe dan aan de twee door de bewindvoerder overgelegde emailberichten van het maatschappelijk werk van 5 februari 2016 en 31 oktober 2016. Uit het eerste emailbericht kan het hof slechts afleiden dat de rechthebbende destijds door het maatschappelijk werk als zorg mijdend werd ervaren en dat daarover zorgen bestonden. Uit het tweede bericht valt niet meer af te leiden dan dat toen volgens het maatschappelijk werk sprake leek te zijn van manisch gedrag bij de rechthebbende.
Met betrekking tot de gemaakte belkosten overweegt het hof dat de rechthebbende weliswaar omstreeks oktober 2016 zeer hoge belkosten heeft gemaakt door het bellen naar één bepaald nummer (volgens de bewindvoerder een sekslijn, volgens de rechthebbende een servicelijn vanuit een datingsite), maar dat er volgens de verklaring van de bewindvoerder ter zitting van hoge belkosten na oktober 2016 geen sprake meer is geweest; de betaling van een zeer groot bedrag aan KPN in februari 2017 zag op de in oktober 2016 gemaakte belkosten.
De rechthebbende heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat hij sinds begin 2017 niet meer met het bewuste nummer heeft gebeld nadat hem via informatie op het internet was gebleken dat hem met het bellen naar dit nummer geld wordt ontfutseld.
De verzoeken om extra gelden (naast het leefgeld) ter dekking van reiskosten vinden volgens de rechthebbende onder meer hun oorzaak in de regelmatige bezoeken aan zijn ernstig zieke vriendin in België en het academisch ziekenhuis in [vestigingsplaats] vanwege lichamelijke klachten als gevolg van een ongeval in augustus 2016. Deze verklaring acht het hof niet onaannemelijk. Bovendien heeft de rechthebbende, gelet op zijn inkomsten uit zijn pensioen en zijn AOW-uitkering van in totaal ruim € 3.000,- netto per maand, de financiële ruimte om deze kosten te maken.
Vast staat dat het minnelijke traject tot afbetaling van de in het verleden ontstane schulden rond januari 2017 met succes is afgerond. Er zijn geen schulden meer. De rechthebbende heeft inmiddels een spaarsaldo van bijna € 15.000,-.