ECLI:NL:GHSHE:2017:3925

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 september 2017
Publicatiedatum
12 september 2017
Zaaknummer
20-000685-17
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep, ingesteld door de verdachte tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 22 oktober 2013. De verdachte, geboren in 1975, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis, maar heeft geen grieven kenbaar gemaakt. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk zou verklaren in het hoger beroep, omdat er geen schriftelijke grieven waren ingediend en er ook geen mondelinge bezwaren waren opgegeven. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te beschermen belang was bij een behandeling van het hoger beroep, aangezien de verdachte geen raadsman had gemachtigd om namens hem op te treden.

Het hof heeft vervolgens toepassing gegeven aan artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, en heeft het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. H.A.W. Vermeulen, en de raadsheren mr. K. van der Meijde en mr. H. Harmsen. De uitspraak is gedaan ter openbare terechtzitting en is gepubliceerd in verband met een ingesteld cassatieberoep.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-000685-17
Uitspraak : 11 september 2017
VERSTEK, (DNIP)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 22 oktober 2013 in de strafzaak met parketnummer 03-060604-13 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1975,
adres houdende te [adres] .
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis bij akte van 27 februari 2017 hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het hoger beroep, omdat hij geen grieven tegen het vonnis van de eerste rechter kenbaar heeft gemaakt.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Nu de verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend noch mondeling bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven of een raadsman heeft gemachtigd dat namens hem te doen noch enig ander rechtens te beschermen belang gediend is met een behandeling van het hoger beroep, zal het hof toepassing geven aan het bepaalde in
artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het hof zal derhalve het namens de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaren.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. H.A.W. Vermeulen, voorzitter,
mr. K. van der Meijde en mr. H. Harmsen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. F. van Stralen, griffier,
en op 11 september 2017 ter openbare terechtzitting uitgesproken.