ECLI:NL:GHSHE:2017:3851

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
7 september 2017
Publicatiedatum
7 september 2017
Zaaknummer
200.188.732_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging geboorteakte van kind van Somalische moeder in het kader van asielaanvraag

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot wijziging van de geboorteakte van een kind, geboren uit een Somalische moeder. De moeder had bij haar asielaanvraag in Italië een andere naam opgegeven dan bij haar komst naar Nederland. Het hof oordeelde dat, gelet op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en de artikelen 3 lid 1 en 8 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK), het wenselijk is om onjuiste registraties van personen in Europa te herstellen. De moeder had in Italië asiel gekregen en haar identiteit was daar vastgesteld, maar in Nederland was zij onder een andere naam geregistreerd. Het hof oordeelde dat het in het belang van het kind was dat de naam op de geboorteakte werd gewijzigd, omdat het kind nu een afwijkende achternaam droeg ten opzichte van zijn moeder en broer, en de vader niet op de geboorteakte kon worden vermeld. Het hof vernietigde de eerdere beschikking van de rechtbank Oost-Brabant en gelastte de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente Cranendonck om de geboorteakte te verbeteren.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
Uitspraak: 7 september 2017
Zaaknummer: 200.188.732/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/01/292864 / FA RK 15-2143
in de zaak in hoger beroep van:
[appellante],
in Nederland geregistreerd onder de naam [in Nederland geregistreerde naam van appellante] ,
wonende te [woonplaats] (Italië),
appellante,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. E.L. Garnett.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
  • de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Cranendonck (hierna: ambtenaar BS);
  • de Advocaat-Generaal bij het ressortspakket (hierna: de AG).

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 6 januari 2016.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 25 maart 2016, heeft de vrouw verzocht, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voormelde beschikking te vernietigen en te gelasten dat de geboorteakte van de hierna te noemen [voornaam van de minderjarige] wordt verbeterd zodat deze komt te luiden:
kind: [minderjarige] en
moeder: [appellante] , geboren [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] , Somalië.
2.2.
Er is geen verweerschrift ingekomen.
2.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 juli 2017. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- mr. Garnett namens de moeder.
2.3.1.
De moeder en de ambtenaar BS zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. De AG is, met bericht van verhindering, niet ter zitting verschenen.
2.4.1.
Ter zitting heeft mr. Garnett het verzoek in hoger beroep gewijzigd in die zin dat wordt verzocht te gelasten dat de geboorteakte van [voornaam van de minderjarige] wordt verbeterd zodat deze komt te luiden:
voornaam: [voornaam van de minderjarige] ,
achternaam: [achternaam van de minderjarige] en
moeder: [appellante] , geboren [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] , Somalië.
2.4.2.
Per faxbericht, ingekomen ter griffie op 14 juli 2017, heeft zij dit verzoek op schrift gesteld. De AG en de ambtenaar BS zijn door het hof in de gelegenheid gesteld op dit gewijzigde verzoek te reageren, doch van hen is geen reactie ontvangen.
2.5.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 21 december 2015;
  • het V-formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder, ingekomen ter griffie op 18 april 2016;
  • het V-formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder, ingekomen ter griffie op 3 mei 2016.

3.De beoordeling

3.1.
Op [geboortedatum] 2010 is in de gemeente Cranendonck uit de moeder geboren [minderjarige] (ook te noemen: [voornaam van de minderjarige] ).
3.2.
Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank het verzoek van de moeder te gelasten dat de geboorteakte van [voornaam van de minderjarige] wordt gewijzigd in die zin dat de naam en geboortedatum en -plaats van de moeder alsmede de naam van [voornaam van de minderjarige] worden gewijzigd, afgewezen.
3.3.
De moeder kan zich met deze beslissing niet verenigen en zij is hiervan in hoger beroep gekomen.
3.4.
De moeder voert in het beroepschrift, zoals aangevuld ter zitting, samengevat, het volgende aan.
Ten onrechte heeft de rechtbank geoordeeld dat, hoewel het duidelijk is dat [appellante] en [in Nederland geregistreerde naam van appellante] dezelfde persoon zijn, niet is komen vast te staan dat de moeder is wie zij stelt te zijn, namelijk [appellante] , zodat niet is komen vast te staan dat de in de Basisregistratie Personen (BRP) opgenomen gegevens onjuist zijn. Verder heeft de rechtbank ten onrechte geoordeeld dat het op de weg van de moeder had gelegen om door middel van verificatoire bescheiden haar identiteit aan de rechtbank inzichtelijk te maken.
Voor de moeder is het onmogelijk om verificatoire bescheiden afkomstig van de Somalische autoriteiten te overleggen. Daarbij is het al jaren algemeen bekend dat Somalische documenten niet door de Nederlandse autoriteiten worden geaccepteerd. Dit maakt dat het voor de moeder onmogelijk zou zijn om de geboorteakte van [voornaam van de minderjarige] ooit te corrigeren, hetgeen in strijd is met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), diverse bepalingen in het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) en de artikelen 7 en 24 van het Europese Handvest. Iemands naam is een zeer belangrijk aspect van zijn identiteit en het is in het belang van [voornaam van de minderjarige] en de moeder dat zij over en weer familierechtelijke betrekkingen kunnen aangaan.
Voorts is de rechtbank ten onrechte aan artikel 10:17 van het Burgerlijk Wetboek (BW) voorbij gegaan. Aan de moeder is in Italië asiel verleend en zij heeft daar subsidiaire bescherming. Haar verblijfsvergunning is een identiteitsdocument, welk document door Nederland wordt erkend. Italië heeft de identiteit van de moeder, voor haar komst naar Nederland en voor dat zij zich liet registreren in de Nederlandse registers, vastgesteld als [appellante] en Nederland dient deze rechtshandeling te eerbiedigen.
Ten slotte voert de moeder aan dat het haar bevreemdt dat verbetering van de geboorteakte van haar andere zoon, [zoon] , wel met instemming van de officier van justitie heeft plaatsgevonden.
3.5.
Het hof overweegt het volgende.
3.5.1.
Ingevolge artikel 1:24 BW kan aanvulling van een register van de burgerlijke stand met een daarin ontbrekende akte of latere vermelding, doorhaling van een daarin ten onrechte voorkomende akte of latere vermelding, of verbetering van een daarin voorkomende akte of latere vermelding die onvolledig is of een misslag bevat, op verzoek van belanghebbenden of van het openbaar ministerie worden gelast door de rechtbank. De rechtbank kan bij haar beschikking tot verbetering van een akte of latere vermelding die onvolledig is of een misslag bevat, eveneens dezelfde verbetering gelasten ten aanzien van een akte of latere vermelding betreffende dezelfde persoon of zijn afstammelingen, die buiten haar rechtsgebied in de registers van de burgerlijke stand is opgenomen.
3.5.2.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is het hof gebleken dat de identiteit van de moeder in Italië in 2008 – derhalve reeds voordat er enige registratie in Nederland heeft plaatsgevonden – is vastgesteld als [appellante] en dat de moeder als zodanig in Italië een verblijfsdocument heeft verkregen. Gelet op alle overgelegde documenten en de gestelde feiten en omstandigheden acht het hof aannemelijk dat de moeder, hoewel sluitend bewijs dat de door de moeder bij de asielaanvraag in Italië opgegeven naam de juiste naam is niet kan worden verkregen, aldaar de correcte persoonsgegevens heeft opgegeven en in Nederland een valse naam heeft opgegeven om te voorkomen dat de reeds bestaande asielaanvraag in Italië werd ontdekt. Derhalve houdt het hof het ervoor dat [appellante] en [in Nederland geregistreerde naam van appellante] een en dezelfde persoon zijn. Voorts neemt het hof in aanmerking dat het voor de vrouw feitelijk niet mogelijk of doenlijk is om verificatoire bescheiden uit Somalië omtrent haar identiteit te overleggen.
De moeder woont inmiddels sedert maart 2012 in Italië samen met [voornaam van de minderjarige] , haar andere zoon [zoon] en de vader van [voornaam van de minderjarige] en [zoon] , alwaar hun gezinsleven zich afspeelt. De advocaat van de moeder heeft verder naar voren gebracht dat de vader van [voornaam van de minderjarige] zijn naam wil laten vermelden op de geboorteakte van [voornaam van de minderjarige] , doch dat dit in Italië pas mogelijk is zodra de naam van de moeder in Nederland op de geboorteakte is gewijzigd. Voorts is het hof gebleken dat er ten aanzien van [zoon] in april 2015 wél een wijziging van de geboorteakte heeft plaatsgevonden met toestemming van de officier van justitie.
Het hof is van oordeel dat daar waar wordt gezien dat de registratie van personen binnen Europa op een onjuiste wijze plaats vindt doordat de betreffende persoon zelf onjuiste gegevens opgeeft, het mede gelet op artikel 8 EVRM, in relatie met de artikelen 3 lid 1 en 8 IVRK, gewenst is om de hierdoor ontstane onvolkomenheden in de registraties binnen de tot de beschikking staande mogelijkheden te herstellen. Gelet op het voorgaande acht het hof het in het belang van [voornaam van de minderjarige] dat zijn naam en die van de moeder wordt gewijzigd op zijn geboorteakte, nu [voornaam van de minderjarige] op dit moment een van de moeder en zijn broer [zoon] afwijkende achternaam draagt en zijn vader thans niet kan worden vermeld op zijn geboorteakte, terwijl zijn naam een zeer belangrijk aspect vormt van zijn identiteit en het een middel is om zich te identificeren binnen zijn familie en in de samenleving.
3.6.
Op grond van het vorenstaande zal het hof de beschikking waarvan beroep vernietigen en beslissen als volgt.

4.De beslissing

Het hof:
vernietigt de tussen partijen gegeven beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 6 januari 2016;
en opnieuw rechtdoende:
gelast de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente Cranendonck de geboorteakte van [minderjarige] , geboren in de gemeente [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2010, aldus te verbeteren:
Kind
- naam: [achternaam van de minderjarige]
- voornamen: [voornaam van de minderjarige]
Ouders
- naam moeder: [appellante]
Geboortegegevens ouders
- plaats van geboorte moeder: [geboorteplaats] , Somalië
- dag van geboorte moeder: [geboortedatum] 1988
verstaat dat de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en slechts indien geen cassatie is ingesteld, een afschrift van deze beschikking zal zenden aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente Cranendonck.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.C.E. Ackermans-Wijn, C.A.R.M. van Leuven en M.A. Ossentjuk en is in het openbaar uitgesproken op 7 september 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.