De rechtbank heeft op 4 augustus 2016 een bevel gevangenhouding verleend op dezelfde gronden als aangenomen door de rechter-commissaris en heeft op gelijke datum de voorlopige hechtenis onder nader gestelde voorwaarden geschorst.
Op 6 oktober 2016 heeft de rechtbank op verzoek van verdachte de schorsingsvoorwaarden gewijzigd in dier voege dat de eerder opgelegde contactverboden blijven bestaan met uitzondering van het contactverbod met [betrokkene] ; dat het internetverbod wordt gewijzigd in die zin dat internet slechts op en voor school mag worden geraadpleegd. Door de Jeugdreclassering zullen er met medewerking van de school, steekproefsgewijs, controles op het internetgebruik worden verricht; het electronisch toezicht vervalt hoewel het lokatieverbod voor de grensgebieden van Nederland met een straal van 2 kilometer, alsmede de luchthavens Schiphol Airport, Rotterdam-The Hague Airport, Eindhoven Airport, Groningen Airport Eelde en Maastricht-Aachen Airport onverkort blijft gelden.
Het onderzoek ter terechtzitting is aangevangen op 21 november 2016, gevolgd door een tussenvonnis van de rechtbank Limburg van 5 december 2016, waarbij de zaak voor onbepaalde tijd is aangehouden, zulks in afwachting van o.a. nader onderzoek.
De zaak heeft daarna nog op de terechtzitting van 2 mei 2017 bij de rechtbank gediend, waarbij door de verdediging is verzocht om de schorsingsvoorwaarden wederom te wijzigen. De rechtbank heeft de beslissing op dat verzoek aangehouden tot 30 mei 2017.
Op 30 mei 2017 is door de raadkamer van de rechtbank Limburg het verzoek tot wijziging van de schorsingsvoorwaarden behandeld. Tijdens de behandeling heeft de officier van justitie gevorderd dat de schorsing van de voorlopige hechtenis wordt opgeheven omdat verdachte de schorsingsvoorwaarde, namelijk het gebruik van internet enkel voor school, zou hebben overtreden. De rechtbank heeft de vordering tot opheffing van de schorsing afgewezen - kort gezegd- omdat nog niet vast stond dat verdachte daadwerkelijk de schorsingsvoorwaarde betreffende het internetgebruik had overtreden. De rechtbank heeft vervolgens de schorsingsvoorwaarde onder 6. met ingang van 1 juni 2017 te 08.00 uur gewijzigd in dier voege dat daarin onder andere is opgenomen dat verdachte gedurende de tijd tussen 20.00 uur en 08.00 uur verblijft op het adres [adres] tenzij zij onder begeleiding is van een van haar ouders, en dat verdachte onder begeleiding van haar moeder een vakantie in het buitenland van maximaal 10 dagen mag doorbrengen. Door verdachte dient daarvan vooraf aan het Openbaar Ministerie kennis te worden gegeven van de data van het verblijf in het buitenland, alsmede de bestemming van die vakantie en de wijze van vervoer.
Op 26 juni 2017 heeft de officier van justitie wederom de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis gevorderd wegens overtreding van de schorsingsvoorwaarde betreffende het internetgebruik.
Op 27 juni 2017 heeft de rechtbank het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven, waarbij tevens aan de officier van justitie opdracht is gegeven nader over verdachte te laten rapporteren door het NIFP aangezien volgens het Bureau Jeugdzorg het noodzakelijk is dat aan verdachte hulp zal worden verleend doch nog niet helder is welke hulpverlening dit dient te zijn.
Op 19 juli 2017 vond een raadkamerzitting plaats van de rechtbank Limburg teneinde te bezien wat de stand van zaken is met betrekking tot het door de rechtbank bevolen nader onderzoek naar verdachte door het NIFP. Vastgesteld wordt dat – hoewel aangevraagd - er nog geen rapportage voorligt en dat het voorts, gelet op de berichtgeving door het NIFP, nog enige tijd vergt alvorens een rapportage zal worden aangeleverd. De rechtbank schorst daarop de voorlopige hechtenis, daartoe onder meer overwegende dat het einde van de voorlopige hechtenis middels een vonnis na een inhoudelijke behandeling nog lang op zich zal laten wachten. Voorts overweegt de rechtbank dat het hier gaat om een strafrechtelijk gezien minderjarige verdachte waarbij als uitgangspunt heeft te gelden dat zij worden geschorst tenzij de belangen van de maatschappij zo zwaar wegen dat schorsing niet aangewezen is. De schorsing van de voorlopige hechtenis is bevolen onder voorwaarden, waaronder electronisch toezicht, het inleveren van reisdocumenten, en het meewerken aan gesprekken met BJZ ( bureau Jeugdzorg), reclassering Nederland en politie, alsmede het meewerken aan gesprekken bij een psycholoog en Imam. Deze laatste voorwaarde is overgenomen uit het plan zoals door verdachte zelf is opgesteld en ter zitting is overhandigd. De rechtbank heeft een internetverbod niet opgenomen kennelijk vanwege de moeilijkheid het internetverbod te controleren.
Op 15 augustus 2017 heeft de rechtbank Limburg de zaak weer ter terechtzitting behandeld, en, bij afzonderlijk geminuteerde beschikking, op verzoek van de verdachte de schorsingsvoorwaarden met ingang van 15 augustus 2017 te 13.00 uur gewijzigd in dier voege dat het contactverbod met [betrokkene] is opgeven, verdachte zich dient te houden aan de aanwijzingen van de reclassering Nederland ( in plaats van BJZ Limburg) verdachte op haar thuisadres moet verblijven met uitzondering van de tijden op maandag en donderdag tussen 9.00 uur en 12.00 uur en de overige dagen tussen 13.00 uur en 17.00 uur. Voorts zijn de overige voorwaarden, waaronder het contactverbod met een aantal personen alsmede het locatieverbod en het electronisch toezicht gehandhaafd.