ECLI:NL:GHSHE:2017:3810

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 september 2017
Publicatiedatum
5 september 2017
Zaaknummer
200.173.533_02
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatig handelen door budgetcoach en immateriële schadevergoeding

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep dat is ingeleid door de appellante tegen de geïntimeerde, die in hoedanigheid van eigenaar van een eenmanszaak optreedt. De zaak betreft een geschil over onrechtmatig handelen door een budgetcoach, waarbij de appellante immateriële schadevergoeding vordert. De procedure is gestart met een dagvaarding op 3 juli 2015, waarin de appellante het vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, gewezen op 28 mei 2015, aanvecht. De appellante is vertegenwoordigd door mr. R. Janssen, terwijl de geïntimeerde wordt bijgestaan door mr. M.A.W. Ketelaars LLM.

Tijdens de procedure in hoger beroep heeft het hof de verzoeken van de appellante om een pleidooi te houden gehonoreerd. De stukken van de procedure, waaronder de memorie van grieven en de memorie van antwoord, zijn in het dossier opgenomen. Het hof heeft op 5 september 2017 de zaak behandeld en besloten dat partijen op 11 januari 2018 om 13.00 uur gelegenheid krijgen voor pleidooi in het Paleis van Justitie te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat de uiteindelijke uitspraak over de zaak nog niet is gedaan. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op de datum van de zitting.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.173.533/02
arrest van 5 september 2017
in de zaak van
[appellante],
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. R. Janssen te Helmond,
tegen
[geïntimeerde] (in hoedanigheid van eigenaar van de eenmanszaak [handelsnaam] ),
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. M.A.W. Ketelaars LLM. te Helmond,
op het bij exploot van dagvaarding van 3 juli 2015 ingeleide hoger beroep van het vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven van 28 mei 2015, gewezen tussen appellante als eiseres in conventie, verweerster in reconventie en geïntimeerde als gedaagde in conventie, eiser in reconventie.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 3599338 rolno. 14-13433)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep, met productie;
  • de memorie van grieven, met producties;
  • de akte houdende de rectificatie van de memorie van grieven, met producties;
  • de memorie van antwoord, met producties;
  • de akte van appellante, houdende het verzoek tot hervatting van de procedure.
Appellante heeft pleidooi gevraagd.

3.De beoordeling

Het hof zal het verzoek om een datum voor pleidooi te bepalen honoreren. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat partijen gelegenheid wordt geboden voor pleidooi;
bepaalt dat daartoe zitting zal worden gehouden op
11 januari 2018 om 13.00 uurin het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te ’s-Hertogenbosch;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.M. Brandenburg, J.A.M. van Schaik-Veltman en O.G.H. Milar en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 5 september 2017.
griffier rolraadsheer