Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met het procesdossier van de eerste aanleg en producties, ingekomen ter griffie op 1 mei 2017;
- het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 21 juni 2017;
- een brief van [de vennootschap 1] met producties, ingekomen ter griffie op 18 juli 2017. Deze producties zijn buiten de in het Procesreglement verzoekschriftprocedures handels- en insolventiezaken gestelde termijn ingediend. Nu mr. Vader desgevraagd daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, heeft het hof beslist dat de producties worden toegelaten;
3.De beoordeling
ontslag op staande voeten wedertewerkstelling op straffe van een dwangsom;
arbeidsovereenkomsttussen partijen voorwaardelijk te
ontbindenalsmede betaling van een gefixeerde schadevergoeding, met veroordeling van [verweerder] in de proceskosten.
ontslag op staande voetd.d. 19 oktober 2016 vernietigd;
arbeidsovereenkomsttussen partijen met ingang van 1 april 2017
ontbonden, voor zover deze nog bestaat;
“Hoewel de bedrijfsarts niet specifiek heeft aangegeven hoe lang een time-out zou moeten duren - [verweerder] stelt dat een periode van tien tot veertien dagen gebruikelijk is - heeft [de vennootschap 1] moeten begrijpen dat het niet redelijk was [verweerder] al meteen de volgende dag op te roepen voor een gesprek op 12 augustus 2016. [de vennootschap 1] heeft daarmee onvoldoende rekening gehouden met de gemoedstoestand van [verweerder] .”
willens en wetens zo opgesteld als dat hij zelf op staande voet wenste te worden ontslagen’. [verweerder] weigerde toen weer werkzaamheden te verrichten en het is aan [de vennootschap 1] te danken dat [verweerder] toen niet op staande voet is ontslagen, aldus [de vennootschap 1] .
dat punt gepasseerd’ was. Dat later kennelijk alsnog mediation is betracht, kan daaraan niet afdoen. Uit de hiervoor vermelde e-mailberichten van 4 en 12 augustus 2016 blijkt immers dat [de vennootschap 1] de arbeidsovereenkomst wenste te beëindigen. De bedrijfsarts heeft bij brief van 10 oktober 2016 aan [de vennootschap 1] nog eens herhaald dat het wenselijk was eerst het conflict op te lossen. [de vennootschap 1] had zich naar het oordeel van het hof daarvoor als goed werkgever meer kunnen en moeten inspannen. Nu zij dit niet heeft gedaan en in plaats daarvan [verweerder] telkens heeft gelast/gesommeerd op het werk te verschijnen zonder werkelijk te pogen eerst het conflict op te lossen, heeft [de vennootschap 1] zelf de ontstane situatie in het leven geroepen althans voort laten bestaan en is een ontslag op staande voet wegens (o.a.) werkweigering een te verstrekkende sanctie.
stampij’ bestaat, is niet nader toegelicht en kan dus niet worden meegewogen.