ECLI:NL:GHSHE:2017:3660

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
22 augustus 2017
Publicatiedatum
22 augustus 2017
Zaaknummer
200.149.803_02
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar ICT-opdracht ziekenhuis na mislukking

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een complexe ICT-opdracht van een ziekenhuis die is mislukt. De Stichting Tweesteden Ziekenhuis (TsZ) is appellante in principaal hoger beroep en heeft een vordering ingesteld tegen Alert Life Sciences Computing B.V. en Alert Life Sciences Computing S.A. (samen aangeduid als Alert c.s.). De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof, waarin onder andere de benoeming van deskundigen aan de orde kwam. Tijdens de regiezitting is er gesproken over de deskundigen die benoemd moeten worden en de vragen die aan hen gesteld dienen te worden. Het hof heeft partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de te benoemen deskundigen. Uiteindelijk hebben partijen overeenstemming bereikt over de benoeming van prof. dr. A.R. Bakker en prof. dr. P.F. de Vries Robbé als deskundigen. Het hof heeft bepaald dat de deskundigen onderzoek moeten verrichten naar de vragen die in eerdere arresten zijn geformuleerd. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn geschat op € 44.610,- per deskundige, inclusief btw, en het hof heeft bepaald dat beide partijen elk de helft van dit bedrag moeten betalen. De zaak is verwezen naar de rol van 2 januari 2018 in afwachting van het deskundigenbericht.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.149.803/02
arrest van 22 augustus 2017
in de zaak van
Stichting Tweesteden Ziekenhuis,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante in principaal hoger beroep,
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
advocaat: mr. E.J. van de Pas,
tegen

1.Alert Life Sciences Computing B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2.
Alert Life Sciences Computing S.A.,gevestigd te [vestigingsplaats] , Portugal,
geïntimeerden in principaal hoger beroep,
appellanten in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als Alert c.s.,
advocaat: mr. C. Jeloschek,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 3 november 2015, 23 februari 2016 en 14 juni 2016 in het hoger beroep van het door de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch onder zaaknummer C/01/244606/HA ZA 12-256 gewezen vonnis van 27 november 2013.

11.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 14 juni 2016;
  • de akte na tussenarrest van TsZ van 9 mei 2017;
  • de akte na tussenarrest van Alert c.s. van 9 mei 2017.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

12.De verdere beoordeling

in principaal en incidenteel hoger beroep
12.1.
Bij laatstgenoemd tussenarrest heeft het hof de zaak verwezen naar de rol voor akte aan de zijde van beide partijen (uitsluitend) als bedoeld in rov. 9.4 in verbinding met rov. 9.5 van dat tussenarrest, waarna partijen bij antwoordakte op elkaars akte konden reageren. Partijen hebben vervolgens bedoelde akte genomen. Zij hebben afgezien van het nemen van een antwoordakte.
12.2.
In hun aktes hebben partijen aangegeven dat zij na het benaderen en horen van enkele kandidaat-deskundigen overeenstemming hebben bereikt over het aantal deskundigen, te weten twee in plaats van één (standpunt TsZ ) en drie (standpunt Alert c.s.). Partijen hebben ook overeenstemming bereikt over de deskundige met de softwarematige en projectmanagement deskundigheid, te weten prof. dr. A.R. Bakker (zie hierna rov. 12.3). Er is geen overeenstemming over de tweede deskundige. Wel zijn partijen tot een tweetal voorkeurskoppels gekomen. Partijen willen de keuze voor een van de twee koppels overlaten aan het hof.
12.3.
Partijen hebben eensluidend prof. Bakker als deskundige gesuggereerd. TsZ heeft zijn expertise als volgt omschreven. Prof. Bakker is wiskundige van oorsprong en grondlegger van Hiscom, een leverancier van Ziekenhuis Informatie Systemen (en EPD systemen). Nadat hij Hiscom in 1998 heeft verkocht aan [computerfirma] is hij als zelfstandig adviseur gaan werken. In zijn adviespraktijk richt hij zich op vraagstukken: waarom loopt een project niet; waarom werkt een automatiseringsafdeling niet goed? Prof. Bakker is als hoogleraar Medische Informatica verbonden geweest aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
12.4.
TsZ heeft voorgesteld om prof. Bakker het deskundigenonderzoek te laten verrichten met prof. dr. P.F. de Vries Robbé. Prof. De Vries Robbé kan volgens TsZ de rol van deskundige vervullen ten aanzien van het medische en het software aspect. TsZ heeft dit als volgt nader toegelicht. Prof. De Vries Robbé was van 1991 tot 2009 als hoogleraar Medische Informatie- en Besliskunde verbonden aan het Radboudumc. Zijn expertise concentreert zich op medische informatiekunde met EPD als bijzonder aandachtspunt. Hij heeft van oorsprong een medische achtergrond. Hij is hoofd automatisering geweest in Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Later (bij het Radboudumc) heeft hij onderzoek gedaan en zich (onder meer) bezig gehouden met ontwikkelingen/verbetering van EPD-systemen.
12.5.
De voorkeur van Alert c.s. is om het onderzoek door een andere deskundige in plaats van prof. De Vries Robbé met prof. Bakker te laten verrichten. Het hof zal evenwel TsZ in haar voorstel volgen. Daarvoor is redengevend dat TsZ naar voren heeft gebracht dat prof. De Vries Robbé kennis en ervaring heeft met betrekking tot de implementaties van IT-systemen in Nederlandse ziekenhuizen. Alert c.s. hebben in hun akte geen bezwaar gemaakt tegen benoeming van prof. De Vries Robbé als deskundige.
12.6.
Gelet op hetgeen hiervoor in rov. 12.3 en 12.4 is overwogen, gaat het hof er vooralsnog vanuit dat prof. Bakker en prof. De Vries Robbé gezamenlijk over een voldoende breed profiel beschikken om deskundige voorlichting te geven in deze zaak. Volstaan kan daarom thans worden met de benoeming van twee deskundigen (vgl. rov. 9.5 van het tussenarrest van 14 juni 2016).
12.7.
Prof. Bakker en prof. De Vries Robbé hebben het hof te kennen gegeven bereid te zijn het deskundigenonderzoek te verrichten. Desgevraagd hebben zij geantwoord de door het hof breed geformuleerde vraagstelling in rov. 3.11.3 van het tussenarrest van 3 november 2015 voldoende te achten om het onderzoek te verrichten. Gelet daarop gaat het hof voorbij aan het verzoek van Tsz en Alert c.s. om ook nadere, meer specifieke, vragen aan de deskundigen te formuleren.
12.8.
Het hof ontving van de deskundigen de volgende, gelijke, schatting van hun kosten van het gevraagde deskundigenonderzoek: 180 uren met een uurtarief van € 200,- exclusief btw (waarbij reisuren voor 50% zijn gerekend) – dit is € 36.000,- exclusief btw en inclusief btw (21% van € 36.000,- is € 7.560,-) is dat € 43.560,- – vermeerderd met € 450,- (1500 km à € 0,30) aan reiskosten en € 600,- voor een (eventuele) reis naar Portugal, totaal € 44.610,- inclusief btw per deskundige. Het hof zal beide partijen elk voor de helft met het voorschot te belasten (zie rov. 9.8 van het tussenarrest van 14 juni 2016).
12.9.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

13.De uitspraak

Het hof:
op het principaal en incidenteel hoger beroep
13.1.
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rov. 3.11.3 van tussenarrest van 3 november 2015 (ECLI:NL:GHSHE:2015:4428) geformuleerde vragen;
13.2.
benoemt tot deskundigen ter beantwoording van deze vragen prof. dr. A.R. Bakker en prof. dr. P.F. de Vries Robbé voornoemd;
13.3.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest en dat van 3 november 2015 aan de deskundigen toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundigen ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
13.4.
bepaalt dat de deskundigen eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundigen bij het onderzoek –
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundigen moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundigen een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
13.5.1.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige prof. dr. A.R. Bakker op het door de deskundige begrote bedrag van € 44.610,- inclusief btw, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat ieder van partijen de helft van genoemd voorschot van € 44.610,- inclusief btw, derhalve € 22.305,-, zal overmaken na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
13.5.2.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige prof. dr. P.F. de Vries Robbé op het door de deskundige begrote bedrag van € 44.610,- inclusief btw, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat ieder van partijen de helft van genoemd voorschot van € 44.610,- inclusief btw, derhalve € 22.305,-, zal overmaken na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
13.5.3.
verzoekt de deskundigen, indien hun kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
13.6.
benoemt mr. J.P. de Haan tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundigen zich, door tussenkomst van de griffier (het Bureau Deskundigen van dit hof) dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
13.7.
verwijst de zaak naar de rol van 2 januari 2018 in afwachting van het deskundigenbericht;
verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenbericht naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van TsZ , waarna Alert c.s. een antwoordmemorie na deskundigenbericht zullen kunnen nemen;
13.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.H.B. den Hartog Jager, J.P. de Haan en J.H.M. van Erp en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 22 augustus 2017.
griffier rolraadsheer