ECLI:NL:GHSHE:2017:3654
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Geluidshinder door harde vloer in bovengelegen appartement en de toepassing van gerechtelijke erkentenis
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om geluidshinder veroorzaakt door een harde vloer in een appartement. De appellant, [appellant 1], en de geïntimeerde, [geïntimeerde 1], zijn verwikkeld in een geschil over de geldende geluidsnorm en de vraag of er sprake is van een gerechtelijke erkentenis volgens artikel 154 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De zaak is een vervolg op eerdere uitspraken van de rechtbank Zeeland-West-Brabant en het hof zelf.
De appellant betwist dat hij tijdens een comparitie in eerste aanleg heeft erkend dat op 24 september 2012 een huishoudelijk reglement is vastgesteld, dat de geluidsnorm op dat moment Ico + 10 dB was. Het hof oordeelt dat de verklaringen van de appellant en zijn advocaat tijdens de comparitie voldoende zijn om te concluderen dat er sprake is van een gerechtelijke erkentenis. Het hof stelt vast dat de geluidsnorm van Ico + 10 dB geldt en dat de appellant daarmee onrechtmatig handelt jegens de geïntimeerde.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank van 8 april 2015, waarin de vordering van de geïntimeerde op grond van onrechtmatige daad is toegewezen. De appellant wordt veroordeeld in de kosten van het principaal appel, terwijl het incidenteel appel van de geïntimeerde niet slaagt. De uitspraak van het hof bevestigt de geldende geluidsnorm en de gevolgen daarvan voor de appellant.