Uitspraak
datum beslissing 21 augustus 2017
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. T.A.M. Drubbel, op 13 juli 2017 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters mrs. Bijleveld-Van der Slikke, Van Winkel en Van Gasselt van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het verzoek was gebaseerd op de vrees voor vooringenomenheid van de rechters, die volgens verzoekster niet onpartijdig zouden zijn geweest tijdens de behandeling van haar hoger beroep. De wrakingskamer heeft het verzoek op 16 augustus 2017 behandeld, waarbij alleen de advocaat van verzoekster aanwezig was. De rechters en verzoekster zelf waren niet verschenen.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die deze veronderstelling ondermijnen. De behandelend kamer heeft in haar schriftelijke reactie aangegeven dat het wrakingsverzoek niet gericht was tegen de griffier en dat de wrakingsgrond van verzoekster, dat de rechters de stukken van haar cliënte hadden geweigerd, berustte op een misverstand. De wrakingskamer concludeerde dat de beslissing om de mondelinge behandeling door te laten gaan, ondanks het verzoek van partijen om aanhouding, niet op vooringenomenheid duidt.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, omdat de aangevoerde feiten en omstandigheden geen uitzonderlijke aanwijzingen voor vooringenomenheid opleverden. De beslissing om het proces in de hoofdzaak voort te zetten werd bevestigd, en de griffier werd opgedragen deze beslissing onverwijld aan de betrokken rechters mee te delen. De uitspraak vond plaats op 21 augustus 2017.