Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
- [belanghebbende 1] , wonende te [woonplaats] , hierna te noemen: rechthebbende;
- [belanghebbende 2] , wonende te [woonplaats] (Marokko), hierna te noemen: de vader (van rechthebbende);
- [belanghebbende 3] , wonende te [woonplaats] , broer van rechthebbende;
- [belanghebbende 4] , wonende te [woonplaats] , broer van rechthebbende;
- [belanghebbende 5] , wonende te [woonplaats] (België), broer van rechthebbende;
- [belanghebbende 6] , wonende te [woonplaats] , zus van rechthebbende, hierna te noemen: [belanghebbende 6] .
- [belanghebbende 7] , wonende te [woonplaats] , zus van rechthebbende;
- [belanghebbende 8] , wonende te [woonplaats] (België), zus van rechthebbende;
- [belanghebbende 9] , wonende te [woonplaats] (Spanje), broer van rechthebbende.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- appellant, bijgestaan door mr. Van Beek;
- verweerster, bijgestaan door mr. A.M.M. Stam, waarnemend voor mr. Van Meersbergen-Zebregs, en voorts bijgestaan door de heer H. Zannoudi, tolk in de Arabische taal.
- het V-formulier met bijlage van de advocaat van verweerster d.d. 3 maart 2017, ter griffie ingekomen op 3 maart 2017;
- de brief met bijlagen, waaronder het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 9 augustus 2016 en het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 22 september 2016, van de advocaat van appellant d.d. 10 januari 2017, ter griffie ingekomen op 11 januari 2017.
3.De beoordeling
.1
.Het hof overweegt als volgt.