In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is ingeleid door de man, die in beroep gaat tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 30 november 2016. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.A.M. Hartman, vordert in dit hoger beroep dat de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.P.M.M. Heijkant, per direct de executie van een beschikking van 23 mei 2016 staakt. De man stelt dat bij de vaststelling van de kinderbijdrage geen rekening is gehouden met zijn beperkte draagkracht, aangezien hij een Wajong-uitkering ontvangt. De vrouw heeft hiertegen verweer gevoerd. Het hof heeft de zaken gevoegd behandeld en op 15 augustus 2017 uitspraak gedaan. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de vrouw bevolen de executiemaatregelen per direct te staken, op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag. De kosten van het geding worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het hof heeft het meer of anders gevorderde afgewezen.