3.2.Het geding
3.2.1.In eerste aanleg hebben [appellanten c.s.] gevorderd [geïntimeerden c.s.] te veroordelen tot:
- het verstrekken aan [appellanten c.s.] van alle bankafschriften van de bankrekeningennummers [SNS-bankrekeningnummer] (SNS), [ING-bankrekeningnummer] (ING) en [ABN-AMRO-bankrekeningnummer] (ABN AMRO), alle ten name van [erflaatster] , zulks op verbeurte van een dwangsom;
- het afleggen van rekening en verantwoording ter zake van alle pinopnames, kasopnames en overboekingen met betrekking tot voornoemde bankrekeningnummers over de periode vanaf de datum van volmachtverlening door [erflaatster] aan [geïntimeerden c.s.] tot aan het overlijden van [erflaatster] , zulks op verbeurte van een dwangsom;
- terugstorting van de bedragen waarvoor [geïntimeerden c.s.] geen althans niet deugdelijk rekening en verantwoording hebben kunnen afleggen dan wel te vergoeden aan de boedelrekening, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- medewerking aan de verdeling van de nalatenschap, zulks op verbeurte van een dwangsom,
met veroordeling van [geïntimeerden c.s.] in de proceskosten.
3.2.2.[geïntimeerden c.s.] hebben gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen. Zij hebben de notariële akte van 28 april 2014 overgelegd (‘Verklaring inzake nalatenschap mw. [erflaatster] ’) waarin zij (kort gezegd en voor zover thans van belang) het volgende hebben verklaard:
onder F: sinds 29 augustus 2011 is € 141.250,00 ten laste van de rekeningen van [erflaatster] aan kas-/pinopnames gedaan;
onder G: [erflaatster] heeft aan [geïntimeerden c.s.] een totaal bedrag van € 15.000,00 overgemaakt ter zake van vergoedingen voor verrichte werkzaamheden en restitutie van door [geïntimeerden c.s.] ten behoeve van [erflaatster] voorgeschoten bedragen;
onder K: de geldopnames van de hogere bedragen in de periode van 30 augustus 2011 tot en met 31 december 2011, totaal € 135.000,00 tot € 140.000,00, zijn gedaan in opdracht van [erflaatster] vanwege haar grote wantrouwen in het bankwezen en met de bedoeling deze gelden weer te storten op nieuw te openen rekeningen bij andere banken. Van voornoemd bedrag heeft [erflaatster] op 23 december 2011 een bedrag van € 20.000,00 in contanten aan [appellante 2] geschonken en is het resterende bedrag in overleg met [erflaatster] in een kluis in de woning van [geïntimeerden c.s.] bewaard. Er is bij diefstal uit de woning van [geïntimeerden c.s.] op 20 februari 2012 een bedrag van circa € 150.000,00 aan contant geld uit de kluis gestolen, waarvan circa € 115.000,00-€ 120.000,00 aan [erflaatster] toebehoorde.
3.2.3.Bij vonnis waarvan beroep heeft de rechtbank de vordering van [appellanten c.s.] afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank heeft daartoe, kort gezegd, overwogen dat [appellanten c.s.] verzuimd hebben gemotiveerd feiten en omstandigheden aan te voeren waaruit blijkt dat [erflaatster] geestelijk niet meer goed bij was en daardoor niet meer in staat was de handelingen van [geïntimeerden c.s.] die het beheer voerden te overzien en voor haar belangen op te komen en dat gesteld noch gebleken is dat [erflaatster] bij leven om rekening en verantwoording heeft gevraagd. De rechtbank heeft voorts overwogen dat ervan mag worden uitgegaan dat de door [geïntimeerden c.s.] (als gevolmachtigden) gedane opnames de (impliciete) instemming hadden van [erflaatster] (als volmachtgever) en dat nu [erflaatster] bij leven kennelijk geen aanleiding heeft gezien [geïntimeerden c.s.] hierover ter verantwoording te roepen, [appellanten c.s.] als (mede) erfgenaam niet het recht toekomt om [geïntimeerden c.s.] ter zake ter verantwoording te roepen. Er kan niet worden geconcludeerd dat [geïntimeerden c.s.] toerekenbaar tekort zouden zijn geschoten of dat [geïntimeerden c.s.] onrechtmatig zouden hebben gehandeld, aldus de rechtbank.
3.2.4.[appellanten c.s.] hebben in hoger beroep vijf grieven aangevoerd. [appellanten c.s.] hebben geconcludeerd tot vernietiging van het beroepen vonnis en tot het alsnog toewijzen van zijn vorderingen, inclusief de vermeerdering van eis die, kort gezegd, inhoudt dat:
a. a) [geïntimeerden c.s.] zullen worden veroordeeld om een bedrag van tenminste € 177.104,53 terug te storten c.q. te voldoen op de boedelrekening, te vermeerderen met wettelijke rente;
b) voor recht wordt verklaard dat [geïntimeerden c.s.] op grond van artikel 3:194 lid 2 BW hun aandeel in de verkregen, zoek gemaakte of verborgen goederen/gelden in de nalatenschap van [erflaatster] aan [appellanten c.s.] verbeuren, groot tenminste € 177.104,53 : 2 = € 88.552,26, zodat het erfdeel van [appellanten c.s.] neerkomt op € 215.000,00 : 2 = € 107.500,00 + € 177.104,53 = € 284.604,53, te vermeerderen met wettelijke rente, waarbij tevens rekening zou moeten worden gehouden met het feit dat [appellanten c.s.] de aan hen gedane schenkingen van € 35.000,00 zouden moeten inbrengen,
met veroordeling van [geïntimeerden c.s.] in de proceskosten, de beslagkosten en de nakosten.
3.2.5.Bij akte van 30 maart 2017 hebben [appellanten c.s.] hun eis nogmaals vermeerderd met € 14.000,- (opnames 7 juni 2010 tot en met 10 november 2010) en € 6.690,- (opnames 3 maart 2011 tot en met 20 augustus 2011) aldus dat [geïntimeerden c.s.] worden veroordeeld een bedrag van € 197.794,53 terug te storten c.q. te vergoeden aan de boedelrekening en dat voor recht wordt verklaard dat het aandeel dat [geïntimeerden c.s.] op grond van artikel 3:194 lid 2 BW verbeuren € 197.794,53 : 2 = € 98.897,26 bedraagt, zodat het erfdeel van [appellanten c.s.] neerkomt op € 215.000,00 : 2 = € 107.500,00 + € 197.794,53 is € 305.294,53.
3.2.6.[geïntimeerden c.s.] hebben geen bezwaar gemaakt tegen de eiswijzigingen en hebben hiertegen inhoudelijk verweer gevoerd, zodat het hof zal uitgaan van de gewijzigde eis.
3.2.7.Het hof vat de vorderingen ad € 197.794,53 aldus samen:
€ 137.500,- kluisschade 20 februari 2012
€ 14.000,- pinopnames 7 juni 2010 t/m/ 10 november 2010
€ 6.690,- pinopnames 3 maart 2011 t/m 20 augustus 2011
€ 5.000,- 14 pinopnames 24 april 2012 t/m 30 december 2012 en 22 maart 2012
€ 5.000,- overboeking aan [rekeningnummerhouder]
€ 2.416,- uitvaart [rekeningnummerhouder]
€ 3.000,- schenkingen [rekeningnummerhouder]
€ 5.800,- koperdiefstal huis
€ 5.000,- ivm verkoopkosten huis
€ 10.000,- ivm verkoopkosten huis
€ 1.388,53 kosten verkoop huis
€ 2.000,- overboeking naar kinderen