3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende, door de voorzieningenrechter vastgestelde feiten, welke hierna zijn vernummerd.
3.1.1.[de vennootschap 1] is distributeur van voedingssupplementen. [de bestuurder van de vennootschap] is bestuurder van [de vennootschap 1] . De door [de vennootschap 1] geleverde voedingssupplementen zijn door of in samenwerking met [de bestuurder van de vennootschap] ontwikkeld en geproduceerd.
3.1.2.[coöperatie 1] handelt in voedingssupplementen en is opgericht door [geïntimeerde 1] en [geintimeerde 2] .
3.1.3.Tussen [de vennootschap 1] en [coöperatie 1] (toen nog in oprichting) is op 22 juli 2014 een distributie-overeenkomst gesloten met als ingangsdatum 1 augustus 2014. Op 13 oktober 2015 is tussen deze partijen een aangepaste distributie-overeenkomst gesloten, verder de overeenkomst, waarin [coöperatie 1] is vermeld met haar handelsnaam [handelsnaam 1 van coöperatie 1] ( [handelsnaam 1 van coöperatie 1] ). [coöperatie 1] gebruikte tevoren de handelsnaam “ [handelsnaam 2 van coöperatie 1] ”. Reden voor wijziging van de handelsnaam was dat de Nederlandse regelgeving verbood dat bij de distributie van producten van [de vennootschap 1] en het wetenschappelijk onderzoek van [de bestuurder van de vennootschap] , dezelfde naam werd gebruikt.
3.1.4.De onder de distributie-overeenkomst door [de vennootschap 1] aan [coöperatie 1] geleverde producten werden aangeleverd zonder etiket. De producten werden door [coöperatie 1] voorzien van etiketten met vermelding van onder meer haar handelsnaam en een lijst van ingrediënten. [coöperatie 1] verhandelde de producten verder, onder meer op de website ‘ [website] ’ van Natuurlijk Beter Leven.
3.1.5.De distributie-overeenkomst bevat de navolgende bepalingen over de duur en beëindiging van de overeenkomst:
“7 TERM AND TERMININATION OF THE AGREEMENT
7.1.
Term of Agreement
This Agreement shall come into force on October 13, 2015.
7.2.
Early Termination of the Agreement
This Agreement may be terminated by either side at any time, without cause, buth with a six month grace period to wind down the business activities.”
3.1.6.De distributie-overeenkomst bevat voorts een non-concurrentie- en een geheimhoudingsbeding. Het non-concurrentiebeding luidt:
“1.2. No-Competition Clause
Without prior and written permission of the PRINCIPAL DISTRIBUTOR has no right to be a direct or indirect partner of a competitor of the PRINCIPAL, own directly or indirectly shares or other interests in such a company of otherwise promote such competitor. Products manufactured by Pure Levenskracht and currently distributed by the DISTRIBUTOR are exempt. This obligation also applies to parent companies or shareholders of the DISTRIBUTOR.”
3.1.7.Het geheimhoudingsbeding luidt:
“8 Conficentiality
The content of this AGREEMENT is confidential.
None of the PARTIES may disclose to third parties any technical, financial or commercial information (hereinafter – Confidential Information) received in any form from the other PARTY under of in connection with this Agreement without a prior written consent of the other PARTY.
Each PARTY shall do the utmost to protect the Confidential Information. The PARTIES commit to provide access, disclose and distribute any materials provided by the other PARTY under this Agreement only to those officers and employees who need such materials for implementation of the Agreement. The PARTIES shall bind their officers and employees using such materials to meet the confidentiality requirements.
3.1.8.De distributie-overeenkomst is als volgt ondertekend:
“PRINCIPAL DISTRIBUTOR
was getekend was getekend
[de vennootschap 1] [handelsnaam 1 van coöperatie 1] / Coöperatie [coöperatie 1]
BY: [de bestuurder van de vennootschap] , CEO BY: [geintimeerde 2] , Co-Chairman
BY: [Deputy CEO] , Deputy CEO BY: [geïntimeerde 1] , Co-Chairman”
3.1.9.In verband met de naamswijziging van haar distributeur [coöperatie 1] zendt [de vennootschap 1] aan de afnemers van de voedingssupplementen van [coöperatie 1] een brief waarin zij vermeldt dat de handelsnaam “ [handelsnaam 2 van coöperatie 1] ” wordt omgezet in de nieuwe firmanaam [handelsnaam 1 van coöperatie 1] en dat alle producten die de afnemers in de toekomst onder deze naam ontvangen, door [de vennootschap 1] worden ontwikkeld en ondersteund.
3.1.10.[de vennootschap 1] bericht bij brief van 22 maart 2016 aan [coöperatie 1] dat zij de distributie-overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigt, omdat [coöperatie 1] de naam [de vennootschap 1] blijft gebruiken in verwijzingen naar haar producten en in haar in het handelsregister ingeschreven handelsnaam. [coöperatie 1] maakt bezwaar tegen de beëindiging van de distributie-overeenkomst. Partijen komen niet tot overeenstemming maar komen wel een uitverkoopperiode tot 31 mei 2016 overeen.
3.1.11.Eveneens per brief van 22 maart 2016 bericht [de vennootschap 1] aan de afnemers van [coöperatie 1] dat de distributierelatie met [coöperatie 1] is beëindigd en dat een nieuwe distributeur, te weten [nieuwe distributeur] , is aangesteld. Als reden voor beëindiging van de samenwerking vermeldt [de vennootschap 1] dat [coöperatie 1] niet aan de geldende strenge wet- en regelgeving voldeed.
3.1.12.Na verkregen verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft [de vennootschap 1] op 7 juli 2016 conservatoir beslag tot afgifte gelegd onder [coöperatie 1] op (een deel van) de aanwezige voorraad producten. Aan dit beslag is inbreuk ten grondslag gelegd op, onder andere, een tweetal merken van [de vennootschap 1] waarin het teken [handelsnaam 1 van coöperatie 1] voorkomt (verder: de [handelsnaam 1 van coöperatie 1] -merken). Tevens wordt aan [coöperatie 1] bij beschikking van 4 juli 2016 een ex parte verbod op inbreuk op (onder andere) de [handelsnaam 1 van coöperatie 1] -merken opgelegd.
3.1.13.[geïntimeerde 1] en [geintimeerde 2] richten voorts op 27 juli 2016 de coöperatie [coöperatie 2] op en gaan voedingssupplementen afnemen van een andere leverancier te weten [de vennootschap 2]
3.1.14.De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heft bij vonnis van 12 augustus 2016 het ex parte verbod en het gelegde conservatoir beslag op, voor zover het betrekking heeft op inbreuk op de [handelsnaam 1 van coöperatie 1] -merken c.q. op producten die (uitsluitend) inbreuk zouden maken op de [handelsnaam 1 van coöperatie 1] -merken. De naam [handelsnaam 1 van coöperatie 1] kwam [de vennootschap 1] niet toe en was naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter te kwader trouw door [de vennootschap 1] gedeponeerd.
3.1.15.Bij kort-gedingvonnis van 8 november 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag [de vennootschap 1] bevolen zich te onthouden van uitlatingen tegenover derden dat [coöperatie 1] imitatieproducten zou verkopen en is haar bevolen rectificatiebrieven ter zake te sturen. [de vennootschap 1] is van die beslissing in hoger beroep gekomen.
3.1.16.[coöperatie 1] dagvaardt [de vennootschap 1] en haar nieuwe distributeur [nieuwe distributeur] op 23 september 2016 voor de rechtbank Limburg, locatie Maastricht, tot betaling van schadevergoeding vanwege de ontijdige opzegging van de distributie-overeenkomst.
3.1.17.[de vennootschap 1] dagvaardt [coöperatie 1] op 2 december 2016 tot betaling van schadevergoeding vanwege de overtreding van het non-concurrentiebeding en het geheimhoudingsbeding.
3.1.18.Op 9 december 2016 heeft [de vennootschap 1] verlof gevraagd, en op 13 december 2016 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam gekregen, om voor een bedrag van
€ 510.000,00 conservatoir derdenbeslag te leggen op rekeningen van eisers in deze procedure onder de ABN AMRO Bank en de Rabobank, alsmede beslag te leggen op de woning van [geïntimeerde 1] . Op 13 december 2016 zijn daartoe door [de vennootschap 1] negen beslagen gelegd. De beslagen hebben gedeeltelijk doel getroffen.
3.1.19.Bij kort-gedingvonnis van 29 december 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant op vordering van [de vennootschap 1] , [coöperatie 2] bevolen zich te onthouden van het openbaar (laten) maken van in de dagvaarding genoemde claims 1 tot en met 8 en/of van de claim ‘100% natuurlijk’ en/of soortgelijke mededelingen en heeft zij [coöperatie 2] bevolen de namen van de klanten te verstrekken aan wie haar mailing van 18 augustus 2016 met de ongeoorloofde vergelijkende reclame-uitingen zoals bedoeld in de claims 1 tot en met 8 zijn geuit en haar bevolen rectificatiebrieven te sturen.
3.2.1.In de onderhavige procedure vordert [geïntimeerden c.s.] :
“- [de vennootschap 1] te bevelen alle ten laste van eisers op 13 december 2016 gelegde beslagen op te
heffen;
- [de vennootschap 1] te bevelen om zich per direct tegenover derden volledig te onthouden van enige negatieve uitlating over een van eisers, in welke vorm en via welk medium ook,
een en ander bij niet nakoming op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per beslag en per (gedeelte van een) dag.”
3.2.2.Aan deze vordering heeft [geïntimeerden c.s.] , kort samengevat, ten grondslag gelegd dat de gronden voor beslaglegging ondeugdelijk zijn.