De GI voert ter zitting - kort samengevat - het volgende aan.
De moeder schetst een verkeerd en simplistisch beeld van haar situatie. Zij voert ten onrechte aan dat de GI de moeder haar kind niet zou gunnen en er ten onrechte aan voorbij gaat dat de moeder thans zeer gemotiveerd is om het kind - met de nodige hulp - zelf op te voeden.
De motivatie van de moeder lijkt enkel voort te komen uit externe druk, via een gedwongen kader. Bovendien is in het verleden vaker gebleken dat de moeder goede periodes heeft gekend, maar vervolgens kon de moeder haar motivatie en stabiliteit niet vasthouden. De zorgen rondom de moeder zijn in die zin al jaren heel groot, waardoor er geen vertrouwen meer is dat de moeder het nu wél kan. Hierbij speelt een rol dat de moeder in het verleden nimmer openheid van zaken heeft gegeven.
De moeder gaat er ook aan voorbij dat er veel meer speelt dan de verslavingsproblematiek en er ook sprake is van psychiatrische problematiek. De moeder is overigens nog recent, gedurende de zwangerschap, meerdere keren positief getest op middelengebruik
Haar andere zes kinderen zijn uit huis geplaatst. Het traject dat de moeder bij Brijder voor ogen heeft, is verre van zeker. Er heeft nog geen intake plaatsgevonden en het is nog maar de vraag of Brijder nogmaals een traject met de moeder wil aangaan, nu het perspectief op een na-traject ontbreekt en het traject met het jongste kind [minderjarige 2] ook tot tweemaal toe voortijdig tot een einde is gekomen. Het gaat nu om het zevende kind van de moeder en de GI heeft er geen vertrouwen in dat de moeder de benodigde zorg en opvoeding van dit kind wel zal kunnen waarmaken. Gezien hetgeen in het verleden is voorgevallen en de hulpverlening, kansen en handreikingen die de moeder al eerder zijn geboden, ziet de GI geen aanleiding om het nog een keer met dit kind eerst bij de moeder te proberen.
Het voorstel van de moeder om desnoods een na-traject buiten Zeeuws-Vlaanderen aan te gaan, acht de GI niet in het belang van de overige zes kinderen, nog afgezien van het gegeven dat het vertrouwen van de GI in de moeder ontbreekt.
Zodra het kind is geboren kan het direct in een perspectief biedend pleeggezin worden geplaatst.