In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1994, werd beschuldigd van het vissen zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op het visrecht in het water Bakkerskil te Hank op 21 juni 2014. De verdachte had met drie hengels gevist, terwijl de Visserijwet 1963 en de bijbehorende voorwaarden slechts het vissen met twee hengels toestonden zonder een speciale vergunning. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het eerdere vonnis zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen tot een geldboete van € 130,00, subsidiair 2 dagen hechtenis. Het hof oordeelde dat de verdachte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen had verklaard, en dat er geen feiten of omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en legde de verdachte een geldboete op van € 130,00, met als alternatief 2 dagen hechtenis bij gebreke van betaling.