Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Schoenmakers;
- de moeder, bijgestaan door mr. Kouters;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 3 oktober 2016;
- het V-formulier met brief met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 22 juni 2017;
- het ter zitting bij het hof overgelegde slotpleidooi van de vader.
3.De beoordeling
.
- in de zomer van 2017 met [minderjarige 1] te verhuizen naar [plaats] (Verenigde Staten) en aldaar met [minderjarige 1] te verblijven tot uiterlijk de zomer van 2020;
- [minderjarige 1] in te schrijven op een internationale school in [plaats] (Verenigde Staten).
- De noodzaak om te verhuizen is door de moeder niet aannemelijk gemaakt. De partner van de moeder heeft niet aangetoond dat de verhuizing naar de Verenigde Staten nodig is, en dat alternatieven voldoende zijn onderzocht, zo min als de moeder aannemelijk heeft gemaakt dat zij haar partner naar de Verenigde Staten dient te volgen en dat zij niet in Nederland kan blijven en haar partner dan regelmatig kan bezoeken. Dat er geen noodzaak is om te verhuizen blijkt al uit het feit dat er eerst sprake zou zijn van een verhuizing in januari 2017 en later pas in de zomervakantie van 2017.
- De verhuizing is onvoldoende doordacht en voorbereid. De vader is bij de verhuizing in het geheel niet betrokken, van begeleiding door derden is niet gebleken en de moeder heeft de verhuizing uitsluitend met [minderjarige 1] besproken en de vader voor een voldongen feit gesteld. De vader betwist dat hij eerder aan [minderjarige 1] of de moeder toestemming heeft verleend voor de verhuizing.
- Aan het recht en belang van de moeder naar leven in vrijheid opnieuw in te richten is ten onrechte meer gewicht toegekend dan aan het belang van [minderjarige 1] niet van school te hoeven veranderen en de huidige contacten met zijn familie te blijven onderhouden.
- De noodzaak om te verhuizen staat voldoende vast want de partner van de moeder kan zich niet aan de overplaatsing naar de Verenigde Staten onttrekken zonder aanzienlijke schade voor zijn carrière. Het is duidelijk dat de moeder ook dient te verhuizen om het gezinsverband te behouden.
- De verhuizing en het verblijf worden zeer zorgvuldig voorbereid en zijn zeer goed doordacht. Een beter voorbereide verhuizing dan een via het Ministerie van Defensie zal zelden worden gezien. De vader kan hierbij worden betrokken.
- De moeder bestrijdt dat [minderjarige 1] de verhuizing niet aan zou kunnen. [minderjarige 1] heeft geen problemen meer met de aansluiting met andere kinderen. Hij heeft goede sociale contacten op school sinds hij anderhalf jaar geleden van school is veranderd. Ook heeft hij nog contacten met leerlingen van zijn oude basisschool. [minderjarige 1] kan heel goed omgaan met veranderingen en hij zou in Nederland na groep 8 van de basisschool ook naar een andere school gaan.
- De moeder wil de vader graag tegemoet komen om de gevolgen van de verhuizing te verzachten. Volgens de door haar voorgestelde regeling, zullen de vader en [minderjarige 1] elkaar weliswaar minder frequent zien, maar de contactmomenten zullen langduriger zijn dan thans het geval is. [minderjarige 2] en de vrouw van de vader zullen [minderjarige 1] zeker meer zien, omdat volgens de door de moeder voorgestelde regeling [minderjarige 1] in de zomervakantie en in december/januari geruime tijd bij de vader in zin gezin zal verblijven. [minderjarige 2] en de vrouw van de vader blijven tijdens de weekendcontacten nu meestal in Frankrijk. De vader kan ook altijd contact met [minderjarige 1] hebben door te bellen, te skypen en te mailen en hij is – samen met zijn gezin – ook welkom om [minderjarige 1] in de Verenigde Staten te bezoeken. De moeder kan de vader thans nog (na twee juridische procedures) een bedrag van € 800,- aanbieden om hem tegemoet te komen in zijn reiskosten. Ook stemt zij ermee in dat de vader het tijdens het huwelijk van partijen voor [minderjarige 1] gespaarde bedrag van circa € 2.200,- gebruikt voor zijn reiskosten.
- De moeder betwist dat zij haar eigen belang boven het belang van [minderjarige 1] stelt. Samen met haar partner pleegt zij veel inspanningen om de verhuizing voor [minderjarige 1] goed te laten verlopen. Mede op basis van haar professionele ervaring als psychotherapeut werkzaam in de kindertherapie, meent zij dat het belang van [minderjarige 1] niet wordt geschaad door een verblijf van drie jaar in de Verenigde Staten, doch dat dit hem goed zal doen. [minderjarige 1] is zelf ook enthousiast over de verhuizing. Mocht onverhoopt blijken dat het met [minderjarige 1] in de Verenigde Staten niet goed gaat, dan zal de moeder hier zo nodig het gevolg aan verbinden om daar niet te blijven.
- Bovendien heeft de partner van de moeder een tijdelijke aanstelling, zoals blijkt uit de brief van de werkgever van de partner van de moeder, en is de verhuizing derhalve eveneens tijdelijk. De moeder en haar partner houden hun huidige woning in [woonplaats van de moeder] aan en gaan hier na terugkomst in Nederland weer wonen. De moeder zal alsdan ook haar beroep in Nederland weer gaan uitoefenen in haar eigen praktijk voor kindertherapie. Zij heeft voor de duur van haar verblijf in de Verenigde Staten een waarnemer voor deze praktijk gevonden, zoals blijkt uit de overeenkomst tot waarneming van 1 januari 2017 die zij met haar waarnemer heeft ondertekend.
- [minderjarige 1] verblijft in de zomervakantie van 2018 en 2019 gedurende zes aaneengesloten weken bij de vader;
- [minderjarige 1] verblijft in de periode december/januari gedurende twee aaneengesloten weken bij de vader, het ene jaar tijdens de kerstdagen en het andere jaar met oud-en-nieuw;
- de vader zal in het voorjaar ruim een week (van vrijdag tot en met zondag in de week erop) met [minderjarige 1] doorbrengen in de Verenigde Staten, bij voorkeur in de week van “Easter holiday”. Aangezien [minderjarige 1] op maandag en dinsdag naar school gaat en deel zal nemen aan geplande (sport)activiteiten, heeft de vader zo de gelegenheid om betrokken te zijn bij het dagelijks leven van [minderjarige 1] ;
- skypen en bellen over en weer staat een ieder vrij, waarbij het de moeder raadzaam lijkt hier in ieder geval ook een vast moment in de week voor te bepalen.
- het recht en belang van de verhuizende ouder om te verhuizen en de vrijheid om zijn of haar leven opnieuw in te richten;
- de noodzaak om te verhuizen;
- de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
- de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de minderjarige(n) en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren;
- de mate waarin partijen in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
- de rechten van de andere ouder en de minderjarige(n) op onverminderd contact met elkaar in hun vertrouwde omgeving;
- de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
- de leeftijd van de minderjarige(n), hun mening en de mate waarin zij geworteld zijn in hun omgeving of juist gewend zijn aan verhuizingen;
- de extra kosten van de omgang na de verhuizing voor de achterblijvende ouder.