Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 4725695 CV EXPL 16-250)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
Aantreffen hennepplanten
bomengaat. Deze grief wordt verworpen aangezien het proces-verbaal van de politie, hiervoor in 4.1 onder b) weergegeven, melding maakt van hennep
plantenen niet van hennepbomen, terwijl ook Heemwonen in haar brief van 23 oktober 2015, hiervoor in 4.1 onder d) vermeld, [geïntimeerde] aanspreekt op het aantreffen van ‘5 hennepplanten’. De door Heemwonen overgelegde foto’s van de situatie ter plaatse geven het hof geen aanleiding van een andere omschrijving uit te gaan dan die van de politie. In ieder geval blijkt uit de foto’s niet dat sprake was van iets anders dan potplanten, zoals [geïntimeerde] steeds heeft aangevoerd. Heemwonen heeft hier geen concrete feitelijke gegevens tegenover gesteld.
- De schaalgrootte van de teelt: de hoeveelheid planten; Bij een hoeveelheid van 5 planten of minder wordt in beginsel aangenomen dat er geen sprake is van beroeps- of bedrijfsmatig handelen. Deze situatie wordt gelijk behandeld als de situatie waarin wordt geconstateerd dat sprake is van een geringe hoeveelheid, bestemd voor eigen gebruik.
- De mate van professionaliteit, afgemeten aan het soort perceel waarop geteeld wordt, belichting, verwarming, bevloeiing, etc. (opgenomen in
- Het doel van de teelt. Indien er sprake is van het telen van hennep om geldelijk gewin te verkrijgen, wordt, ongeacht de hoeveelheid planten, aangenomen dat er sprake is van beroeps- of bedrijfsmatig handelen.