Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een raadsonderzoek wordt ingesteld naar het uitoefenen van het ouderlijk gezag van partijen, waarbij zal worden gekeken of het door de moeder uit te oefenen eenhoofdig gezag in het belang van de hierna te noemen kinderen is;
- een raadsonderzoek wordt ingesteld waarbij gekeken wordt of er ruimte bestaat voor onbegeleide omgang tussen de vader en de kinderen;
- een omgangsregeling wordt vastgesteld waarbij de kinderen wekelijks begeleid omgang hebben met de vader met tussenkomst van Kompaan en De Bocht.
- de moeder, bijgestaan door mr. Özgül;
- de vader, bijgestaan door mr. Molkenboer;
- mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] namens de raad.
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de vader d.d. 24 mei 2017;
- het emailbericht van bureau Mediation d.d. 2 januari 2017;
- de ter zitting door mr. Özgül overgelegde pleitnota.
3.De beoordeling
- [minderjarige 1] (hierna: [minderjarige 1] ), op [geboortedatum] 2012 te [geboorteplaats] ,
- [minderjarige 2] (hierna: [minderjarige 2] ), op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] .
.
- bepaald dat de kinderen hun hoofdverblijf bij de moeder hebben;
- bepaald - uitvoerbaar bij voorraad - dat de vader en de kinderen in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar eenmaal per week in de ene week op zaterdag en de daaropvolgende week op zondag, met de volgende opbouw:
- partijen verwezen naar de Stichting Kompaan en De Bocht voor een traject ‘Ouderschap Blijft’, gericht op het houden van intensieve oudergesprekken, met inachtneming van het bepaalde in rechtsoverweging 3.17;
- het verzoek van de moeder tot eenhoofdig gezag afgewezen.