ECLI:NL:GHSHE:2017:2924
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens gebrek aan grieven in strafzaak
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 juni 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die eerder door de rechtbank Zeeland-West-Brabant was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden voor openlijk geweld jegens drie politieambtenaren. De rechtbank had daarnaast schadevergoedingen toegewezen aan drie benadeelde partijen. De verdachte, geboren in 1976 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk zou verklaren in zijn hoger beroep, omdat er geen grieven waren ingediend. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte geen schriftelijke grieven had ingediend en ook geen mondelinge bezwaren had opgegeven, noch een advocaat had gemachtigd om dit te doen. Op basis van artikel 416, lid 2, van het Wetboek van Strafvordering heeft het hof geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. E.N. van der Spoel, en de raadsheren mr. Y.G.M. Baaijens-van Geloven en mr. F.C.J.E. Meeuwis, in aanwezigheid van griffier mr. N.S. Willems Ettori-Oort. De uitspraak werd gedaan ter openbare terechtzitting.