In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een incident tot voeging in een hoger beroep. De Stichting Vrienden van de Gaykrant (SVGK) in liquidatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. O. Hammerstein, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De Stichting vorderde in het incident om de onderhavige zaak te voegen met een andere aanhangige zaak, waarin de vereffenaars van de Stichting betrokken zijn. De Stichting stelde dat beide zaken betrekking hebben op dezelfde feitelijke en juridische geschilpunten en dat voeging zou bijdragen aan de consistentie van de uitspraken.
De geïntimeerde, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.C. Schouten, voerde verweer tegen de vordering tot voeging. Het hof overwoog dat hoewel er gelijkenissen zijn tussen de zaken, de onderbouwing van de vorderingen niet identiek is. De belangen van de Stichting en de vereffenaars zouden uiteenlopen, en de rechtbank had eerder geoordeeld dat een vordering op basis van artikel 2:9 BW toekomt aan de rechtspersoon en niet aan anderen. Het hof concludeerde dat gezamenlijke berechting niet geboden was en wees de incidentele vordering tot voeging af. De Stichting werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het incident.
De hoofdzaak werd verwezen naar de rol voor memorie van grieven, waarbij verdere beslissingen werden aangehouden. Dit arrest is uitgesproken op 27 juni 2017.