Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
[woonadres] ,
‘Nieuw Vosseveld 2’ te Vught.
hij op of omstreeks 15 juli 2015 te Eindhoven ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp op die [slachtoffer] is afgelopen en/of die [slachtoffer] heeft benaderd en/of (nadat die [slachtoffer] op de vlucht was geslagen) achter die [slachtoffer] is aangerend en/of- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de hartstreek, althans de borst en/of in de bovenarm, in elk geval in het lichaam van die [slachtoffer] heeft gestoken en/of- (met kracht) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, (een) zwaaiende en/of malende en/of stekende beweging(en) heeft gemaakt in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 14 juli 2015 te Eindhoven ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van (een) goed(eren) en/of geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader, met voornoemd oogmerk, met zijn mededader, althans alleen, die [slachtoffer 2] heeft benaderd en/of die [slachtoffer 2] vervolgens een (uitklapbaar) mes, althans scherp en/of puntig voorwerp heeft voorgehouden, althans getoond, en/of (daarbij) dat mes/voorwerp heeft opengeklapt en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat die [slachtoffer 2] alles af moest geven wat hij bij zich had en/of (vervolgens) met dat mes/voorwerp (nader) op die [slachtoffer 2] is afgelopen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 14 juli 2015 te Eindhoven, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk dreigend (beiden) (op korte afstand) een mes voorgehouden, althans getoond, aan die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 3] de woorden toegevoegd: "Ik steek je kapot", althans woorden van gelijk dreigende aard en/of strekking.
hij op 15 juli 2015 te Eindhoven ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven- met een mes in de hartstreek van die [slachtoffer] heeft gestoken en- met een mes zwaaiende bewegingen heeft gemaakt in de richting van het lichaam vandie [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 14 juli 2015 te Eindhoven, tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers hebben verdachte en zijn mededader opzettelijk dreigend ieder een mes aan die [slachtoffer 2] voorgehouden en getoond;
hij op 14 juli 2015 te Eindhoven, tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers hebben verdachte en zijn mededader opzettelijk dreigend (beiden) een mes voorgehouden, althans getoond, aan die [slachtoffer 3] en die [slachtoffer 3] de woorden toegevoegd: "Ik steek je kapot".
krachtigezwaaiende beweging met het mes ter hoogte van de hals en niet ter hoogte van de borst (pagina’s 94-95 van het dossier), kan niet worden gesproken van voorwaardelijk opzet op de dood van [slachtoffer] .
Het hof acht derhalve de onder feit 1 primair ten laste gelegde poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen.
poging tot doodslag.
medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
€ 590,95 voor toewijzing gereed. De wettelijke rente over de post 1 (eigen risico) van
€ 356,95 zal worden toegewezen vanaf 29 september 2015, zijnde dag waarop dit bedrag door de ziektekostenverzekeraar aan [slachtoffer] in rekening is gebracht. De wettelijke rente over de posten 2, 3, 4, 5 en 7, zijnde € 234,00, zal worden toegewezen vanaf 15 juli 2015.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden;
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
€ 2.590,95 (zegge: tweeduizend vijfhonderdnegentig euro en vijfennegentig cent)bestaande uit € 590,95 (zegge: vijfhonderdnegentig euro en vijfennegentig cent) materiële schade en € 2.000,00 (zegge: tweeduizend euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
€ 64,12 (zegge: vierenzestig euro en twaalf cent) aan materiële schade af;
€ 2.590,95 (zegge: tweeduizend vijfhonderdnegentig euro en vijfennegentig cent)bestaande uit € 590,95 (zegge: vijfhonderdnegentig euro en vijfennegentig cent) materiële schade en € 2.000,00 (zegge: tweeduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
35 (vijfendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;