3.1.De voorzieningenrechter heeft in 3.1. van het vonnis waarvan beroep de volgende feiten vastgesteld.
- [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] hebben in oktober 2009 van WonenBreburg een recht van erfpacht gekocht met betrekking tot een appartementsrecht, bestaande uit woning en parkeerplaats, staande en gelegen aan de [adres] te ( [postcode] ) Breda, hierna: de woning. De totale koop-/aanneemsom bedroeg € 175.000,=. De levering heeft op 28 december 2009 plaatsgevonden. De verkoop is tot stand gekomen door bemiddeling van makelaar [makelaar 1] , verbonden aan Woon Accent makelaars te [vestigingsplaats] .
- Op de koopovereenkomst van 17/26 oktober 2009 zijn zogenaamde “koopgarantie- bepalingen” van toepassing. De Koopgarantbepalingen zijn opgenomen in de akte van levering. WonenBreburg maakt met betrekking tot Koopgarant gebruik van de haar verleende licentie van Stichting Opmaat en de door deze vastgestelde modelbepalingen.
- In de akte vestiging recht van erfpacht is, voor zover thans van belang, het navolgende opgenomen,
(…)“Artikel 11
KOOPGARANTBEPALINGEN
De Erfpacht wordt tevens verleend onder de Koopgarant-bepalingen zoals hieronder
vastgesteld.
(,,.)
a.Koopgarant:
Hieronder wordt verstaan een eigendoms- en beheervorm voor woningen waarbij:
-woningen aan natuurlijke personen voor zelfbewoning worden verkocht en
geleverd;
- de kwaliteit en het onderhoud van de woningen op lange termijn worden
gewaarborgd; en
- een terugkoopregeling wordt gehanteerd waarbij Erfpachter verplicht is het
Registergoed bij voorgenomen vervreemding te koop aan te bieden aan de
Woningcorporatie en de Woningcorporatie de terugkoop van het Registergoed ten
behoeve van Erfpachter garandeert;
- het risico van stijging of daling van de onderhandse verkoopwaarde van het
Registergoed tussen Erfpachter en de Woningcorporatie wordt gedeeld.(…)
Hoofdstuk D.Terugkoopprocedure
1. Aanbiedingsplicht van Erfpachter
Erfpachter is verplicht om het Registergoed onverwijld bij aangetekende brief te koop
aan te bieden aan de Woningcorporatie zodra:
a. Erfpachter voornemens is het Registergoed geheel of gedeeltelijk te vervreemden;
(...)
4. Terugkoopplicht van de Woningcorporatie, taxatie en teruglevering
Terugkoopplicht
De Woningcorporatie is verplicht onverwijld tot aankoop van het Registergoed over te
gaan in alle gevallen waarin het Registergoed aan de Woningcorporatie schriftelijk te
koop wordt aangeboden; de Woningcorporatie vergoedt aan Erfpachter een koopsom
overeenkomstig het in hoofdstuk F(Koopgarant-prijsvorming) bepaalde.
Taxatie
Terstond nadat het Registergoed schriftelijk aan de Woningcorporatie te koop is
aangeboden, benoemt de Woningcorporatie een Taxateur voor de Waardebepaling
van het Registergoed overeenkomstig hoofdstuk E (Taxatie).
Terugkoopovereenkomst
Binnen zes weken nadat het Registergoed schriftelijk aan de Woningcorporatie te
koop is aangeboden, ontvangt Erfpachter van de Woningcorporatie een
terugkoopovereenkomst ter ondertekening; daarbij ontvangt Erfpachter tevens een
kopie van het betreffende taxatierapport.
Teruglevering
De betreffende levering door Erfpachter aan de Woningcorporatie vindt plaats binnen
drie maanden na de datum van de in lid 1 bedoelde aangetekende brief, doch niet
eerder dan een maand nadat de Woningcorporatie de betreffende
terugkoopovereenkomst ondertekend heeft retour ontvangen van Erfpachter, of
zoveel eerder of later dan partijen nader overeenkomen. (..,)
Indien bedoelde termijn wordt overschreden, zal de Woningcorporatie vergoeden de
door Erfpachter geleden aantoonbare schade die een rechtstreeks gevolg is van de
aan de Woningcorporatie te wijten vertraging.(...)
Hoofdstuk E.Taxatie
1. Waardebepaling Registergoed door middel van taxatie
In alle gevallen waarin de waarde van het Registergoed tussen partijen moet worden
bepaald, wordt die waarde door middel van taxatie vastgesteld.
2. Benoeming taxateur
Ten behoeve van de sub 1 bedoelde taxatie benoemt de Woningcorporatie een
Taxateur die binnen een maand na zijn benoeming een rapport opstelt van de
waarde van het Registergoed. De taxateur- mag niet direct of indirect betrokken zijn
bij de aan- of verkoop of bij de financiering van het registergoed.
(…)
5. Geschillenregeling naar aanleiding van taxatie hij terugkoop
Indien de Woningcorporatie of Erfpachter die het Registergoed aan de
Woningcorporatie te koop heeft aangeboden, zich niet kan verenigen met de
vastgestelde waarden in bedoeld taxatierapport moet hij daarvan binnen twee weken
na ontvangst van dat rapport schriftelijk doen blijken aan de andere partij.
Indien partijen vervolgens geen overeenstemming bereiken over de te hanteren
waarden zal het geschil bij wijze van arbitrage worden beslecht door drie Taxateurs
van wie één benoemd wordt door Erfpachter, één door de Woningcorporatie en de
derde door deze twee Taxateurs gezamenlijk. Deze drie taxateurs dienen werkzaam
te zijn in het betreffende woningmarktgebied en mogen niet eerder bij de betreffende
terugkoop betrokken zijn geweest.
De waardevaststelling door bedoelde drie Taxateurs is voor beide partijen bindend.
Indien de drie Taxateurs niet tot een eensluidend oordeel komen, is een
meerderheidsstandpunt voor beide partijen bindend.(..)”
- Omstreeks december 2014/januari 2015 hebben [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] met WonenBreburg een gesprek gevoerd over de terugkoop van de woning. WonenBreburg heeft bij mail van 9 maart aan [geïntimeerde 2] bericht dat de procedure is opgestart.
- Dhr. [makelaar 1] van Woon Accent Makelaars heeft op 15 maart 2015 de opdracht gekregen van WonenBreburg om een taxatierapport op te maken. In zijn taxatierapport van 30 maart 2015 heeft hij de marktwaarde van de woning vastgesteld op € 195.000,=, en de marktwaarde exclusief zelf aangebrachte voorzieningen op € 182.000,=.
- WonenBreburg heeft [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] bericht dat zij bereid is de woning en de parkeerplaats terug te kopen tegen een bedrag van € 167.000.=
- [geïntimeerde 2] heeft -onder meer- bij e-mail van 1 april 2015 WonenBreburg bericht dat [makelaar 1] op grond van de Koopgarantregelingen niet bevoegd was het taxatierapport op te maken en dat de terugkoopprocedure niet juist is nageleefd.
- WonenBreburg heeft [geïntimeerde 2] daarop bij e-mail van 2 april 2015 bericht dat de geschillenregeling dient te worden gevolgd.
- Nadat [geïntimeerde 2] hierop bij e-mail van 7 april 2015 afwijzend heeft gereageerd heeft WonenBreburg bij e-mail van 9 april 2015 [geïntimeerde 2] bericht dat de vervolg stap is hetzij dat de bijgevoegde terugkoopovereenkomst volgens de getaxeerde waarde zoals aangegeven in het taxatierapport van Woon Accent Makelaars wordt getekend, hetzij dat de geschillenregeling wordt ingeroepen.
- Makelaar [makelaar 2] heeft in opdracht van [geïntimeerde 2] ter zake de woning een verkorte taxatie/waardeverklaring van 9 april 2015 gegeven en de onderhandse verkoopwaarde van het appartementsrecht bepaald op € 215.000,=. De meerwaarde als gevolg van de gedane investering is bepaald op € 20.000.=.
- Bij brief van 21 april 2015 heeft WonenBreburg aan [geïntimeerde 2] bericht dat nu partijen het niet eens zijn over de waarde van de woning de geschillenregeling in werking treedt, waarbij elk der partijen een nog niet bij de verkoop betrokken taxateur inschakelt en dat WonenBreburg daarvoor [makelaars] makelaars te [vestigingsplaats] inschakelt. [geïntimeerde 2] heeft daar niet mee ingestemd.
- Naar aanleiding van een door [geïntimeerde 2] tegen WonenBreburg ingediende klacht bij het bestuur, heeft de directeur-bestuurder van WonenBreburg bij brief van 3 augustus 2015 aan [geïntimeerde 2] kenbaar gemaakt, onder meer, dat WonenBreburg de terugkoopprocedure correct uitvoert. De klacht van [geïntimeerde 2] is afgewezen.
- Namens [geïntimeerde 2] heeft haar toenmalig advocaat bij brief van 24 augustus 2015 aan WonenBreburg haar standpunt met betrekking tot de benoeming van dhr. [makelaar 1] als taxateur herhaald en heeft die advocaat verzocht de door [geïntimeerde 2] aangedragen taxatie van makelaar [makelaar 2] tot uitgangspunt te nemen. Indien WonenBreburg niet akkoord is met deze waardebepaling zal door WonenBreburg (op haar kosten) een ander alternatief dienen te worden voorgesteld, waarbij als uitgangspunt geldt dat reeds een onjuiste taxatie heeft plaatsgevonden en dat [geïntimeerde 2] als gevolg daarvan geen enkel nadeel dient te ondervinden.
- Naar aanleiding van deze brief heeft op 3 september 2015 tussen partijen een gesprek plaatsgevonden.
- Bij brief van 15 september 2015 heeft WonenBreburg aan [geïntimeerde 2] bericht dat het gesprek niet heeft geleid tot andere standpunten en dat, indien zij niet binnen 7 dagen na datum brief schriftelijk een bevestiging van [geïntimeerde 2] ontvangt dat zij de terugkoop van de woning conform de geschillenregeling wil voortzetten, de terugkoopprocedure beëindigd is.
- Bij brief van 19 september 2015 heeft [geïntimeerde 2] hierop afwijzend gereageerd.
- De relatie tussen [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] is verbroken. Beiden hebben de woning verlaten en zijn elders woonachtig. De woning staat leeg.
- Nadat er een betalingsachterstand was ontstaan in de maandelijks verschuldigde hypotheekverplichtingen van [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] hebben de Rabohypotheek- bank en de Coöperatieve Rabobank (hierna tezamen: Rabobank) [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] in kort geding gedagvaard. Bij vonnis in kort geding van 17 mei 2016 zijn [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] bij verstek veroordeeld binnen twee weken na betekening van dat vonnis de woning alsmede de omschreven parkeerplaats met al het hunne en de hunnen te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Rabobank te stellen. Rabobank is gemachtigd om de registergoederen namens [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] te koop aan te bieden aan WonenBreburg en vervolgens namens [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] deze aan WonenBreburg te verkopen en te leveren tegen een koopsom welke wordt bepaald volgens de systematiek welke is vastgelegd in de Koopgarantbepalingen, alsmede kwijting te verlenen voor de ontvangst van de koopsom en alles meer te doen wat te dezen nodig mocht zijn. Ten slotte is bepaald dat nadat door Rabobank namens [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] met betrekking tot de registergoederen een koopovereenkomst tot stand is gebracht tussen [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] en WonenBreburg, het vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van levering met betrekking tot de registergoederen door [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] aan WonenBreburg. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
- Voormeld vonnis is op 20 mei 2016 aan [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] betekend.
- Rabobank heeft bij mail van 26 mei 2016 de woning aan WonenBreburg te koop aangeboden teneinde tot terugkoop conform de Koopgarantbepalingen over te gaan. WonenBreburg heeft Rabobank bericht dat zij daartoe bereid is.
3.2.1.In de onderhavige procedure vorderen [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] , samengevat,
WonenBreburg te veroordelen:
1. om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis een onafhankelijk taxateur te benoemen, op straffe van een dwangsom;
2. om het appartementsrecht af te nemen tegen betaling van de koopsom overeenkomstig het in de akte vestiging recht van erfpacht onder hoofdstuk F sub 2 bepaalde, alsmede onder de verplichting dat de waarde van het appartementsrecht wordt vastgesteld door een onafhankelijke taxateur dan wel door taxateurs in het kader van de in voormelde akte onder hoofdstuk E bepaalde geschillenregeling indien een van partijen zich niet met de waarde van de woning kan verenigen, en wel binnen de onder hoofdstuk D van genoemde akte vermelde periode;
3. tot betaling van een bedrag van € 12.000,= ten titel van voorschot op de door [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] geleden en te lijden schade;
4. in de kosten van dit geding.
3.2.2.Aan deze vordering hebben [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] , zoals door de voorzieningenrechter in 3.2. overwogen, het navolgende ten grondslag gelegd.
[geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] stellen zich op het standpunt dat WonenBreburg jegens hen tekort is gekomen in de nakoming van haar contractuele verplichtingen. Door de heer [makelaar 1] van Woon Accent makelaars te benoemen als taxateur voor het bepalen van de waarde van de woning ten behoeve van de terugkoopregeling heeft zij gehandeld in strijd met de in de akte vestiging recht van erfpacht onder hoofdstuk E onder 2 neergelegde koopgarantbepalingen (hierna: de Koopgarantbepalingen). Op grond van voormelde bepalingen mocht de taxateur niet direct of indirect betrokken zijn bij de aan- of verkoop of bij de financiering van het registergoed. De heer [makelaar 1] van Woon Accent makelaars was in 2009/2010 de verkopende makelaar. [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] stellen dat de
“geschillen-regeling naar aanleiding van taxatie bij terugkoop”niet van toepassing is, omdat deze pas in werking treedt indien zij het niet eens zijn met een door een onafhankelijke taxateur vastgestelde waarde. Nu WonenBreburg diverse malen is gesommeerd om een onafhankelijke taxateur in te schakelen en zij daar niet aan heeft voldaan, is zij in verzuim
[geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] stellen als gevolg van de handelwijze van WonenBreburg forse schade te hebben geleden. Zij hebben in december 2014 reeds aan WonenBreburg te kennen gegeven de woning te koop aan te bieden. Op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst diende de woning uiterlijk april 2015 door WonenBreburg te worden afgenomen. Doordat WonenBreburg dat niet heeft gedaan, hebben [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] de vaste lasten van de woning vanaf april 2015 tot heden moeten blijven betalen, zoals € 372,81 en € 428,75 aan maandelijkse hypotheeklasten, een bijdrage van € 56,= per maand aan de Vereniging van Eigenaren, onroerende zaak belasting en de gemeentelijke waterschapsbelasting. Zij verkeren door het verzuim van WonenBreburg inmiddels in betalingsonmacht en kunnen de hypotheeklasten niet meer betalen. Een voorschot van € 12.000,= op de door hen geleden schade achten zij derhalve redelijk.
3.2.3.WonenBreburg heeft gemotiveerd verweer gevoerd.