Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.Maatschap [Maatschap] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/04/127401 / HA ZA 14-16)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 1 mei 2015;
- de memorie van grieven van [appellante] van 29 december 2015 met producties en
- de akte tot rectificatie van [geintimeerde c.s.] van 17 mei 2016;
- de memorie van antwoord in het incidenteel appel van [appellante] van 12 juli 2016;
- de akte van [geintimeerde c.s.] van 23 augustus 2016;
- de antwoordakte van [appellante] van 27 september 2016.
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
€ 69.801,87.
primair€ 69.801,87,
subsidiair€ 13.038,87 en
meer subsidiair€ 9.954,71, telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2013, en tot betaling van € 793,27 aan buitengerechtelijke incassokosten.
€ 69.834,25inclusief btw niet. Dit bedrag vorderde [appellante] in eerste aanleg in reconventie, vermeerderd met de wettelijke (handels)rente vanaf de vervaldata van de facturen en met € 1.500,= exclusief btw, met wettelijke rente, aan buitengerechtelijke incassokosten.
€ 19.114,09inclusief btw. Dit laatste bedrag heeft de rechtbank in reconventie toegewezen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 7 februari 2013. Het meer of anders gevorderde, waaronder de buitengerechtelijke incassokosten, heeft de rechtbank afgewezen. [geintimeerde c.s.] is veroordeeld in de proceskosten in conventie en in reconventie.
- In het petitum van haar memorie van antwoord in het principaal appel en van grieven in het incidenteel appel vermeldt [geintimeerde c.s.] dat het door haar gevorderde bedrag van € 85.733,25 bestaat uit de posten € 64.902,86 en € 19.114,09; de som van deze twee bedragen is echter € 84.016,95.
- De post van € 19.114,09 betreft het bedrag dat [geintimeerde c.s.] aan [appellante] heeft moeten betalen uit hoofde van het vonnis van 4 februari 2015. Een berekening van de post van € 64.902,86 wordt door [geintimeerde c.s.] niet gegeven. In de toelichting op grief 3 in het incidenteel appel berekent [geintimeerde c.s.] dit onderdeel van haar vordering op een bedrag van in totaal € 66.589,16 exclusief btw, welk bedrag samen met het bedrag van € 19.114,09 volgens haar uitkomt op het gevorderde totaalbedrag van € 85.733,25. De som van die bedragen is echter € 85.703,25.
- De
gelijktijdig.
5.De uitspraak
gelijktijdigmet het hiervoor onder 4.15 vermelde doel (en eventueel 4.16);