Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
,curator.
De beoordeling
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, waarbij de appellante in staat van faillissement is verklaard. De appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.J.T.M. Oudenhoven, heeft het hof verzocht het faillissementsvonnis te vernietigen. De appellante betwistte dat zij in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen en voerde aan dat zij haar schulden kan voldoen, mede door afspraken met haar ex-echtgenoot. De geïntimeerde, Media Group NV, heeft het faillissement aangevraagd en stelt dat er sprake is van een vordering van € 21.410,03 op de appellante, die onbetaald is gebleven.
Tijdens de mondelinge behandeling op 31 mei 2017 zijn beide partijen gehoord, evenals de curator P.A.M.T. van den Berg. De curator heeft in haar verslag aangegeven dat er sprake is van pluraliteit van schuldeisers en dat de appellante niet voldoet aan haar boekhoudplicht. Het hof heeft vastgesteld dat de vordering van de geïntimeerde summierlijk aannemelijk is en dat er meerdere onbetaalde schuldeisers zijn. De appellante heeft onvoldoende bewijs geleverd dat zij in staat is haar schulden te voldoen.
Het hof concludeert dat de appellante verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen en dat er geen sprake is van misbruik van bevoegdheid door de aanvrager van het faillissement. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de rechtbank, waarbij het faillissement is uitgesproken.