In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 juni 2017, gaat het om een hoger beroep van Fair Play Centers B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter in een arbeidsrechtelijke kwestie. De zaak betreft een werknemer, aangeduid als [geïntimeerde], die na een gewapende overval op haar werkplek arbeidsongeschikt raakte. De werknemer was sinds 1 juli 2005 in dienst bij Fair Play en was betrokken bij een gewapende overval op 14 maart 2012, wat leidde tot een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Na de overval hervatte zij haar werkzaamheden, maar meldde zich al snel ziek. Fair Play diende een ontslagaanvraag in bij het UWV, die werd goedgekeurd, en het dienstverband werd opgezegd per 1 juni 2014.
De werknemer vorderde schadevergoeding op grond van kennelijk onredelijk ontslag, stellende dat Fair Play niet als een goed werkgever had gehandeld na de overval. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag kennelijk onredelijk was, omdat de gevolgen van de overval voor de werknemer in de risicosfeer van de werkgever lagen. Het hof bevestigde deze beslissing en oordeelde dat de werknemer recht had op een schadevergoeding van € 31.000,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Het hof verwierp de grieven van Fair Play en bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, waarbij het belang van de werknemer bij het behoud van haar werk en de gevolgen van de overval zwaar wogen in de beoordeling.