Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 4200373 \ CV EXPL 15-6376)
2.Het verloop van het geding in hoger beroep
- het voornoemde dagvaardingsexploot,
- de memorie van grieven van [appellant] met twee grieven en een productie,
- de memorie van antwoord van [bewindvoerder] q.q..
3.De beoordeling
dat[appellant] dit bedrag daadwerkelijk heeft betaald, maar zegt slechts dat hij niet kan zien
wanneer[appellant] heeft betaald. Overigens vindt die betaling als zodanig inmiddels ook steun in de door [appellant] bij memorie van grieven overgelegde mail d.d. 29 oktober 2015 waarin [medewerker van het CJIB] als CJIB-medewerker Schadevergoedingsmaatregelen (hierna: CJIB-mail) een opsomming geeft van de bedragen van door [appellant] gedane betalingen.
wanneerhij heeft betaald, laat staan dat inzichtelijk is gemaakt dat hij enig gedeelte dat [onder bewind gestelde] aangaat op of na 1 juni 2010 heeft betaald. Nu ook de door [appellant] overgelegde stukken (waaronder de CJIB-mail) hiervoor geen aanknopingspunten bieden, treft het door [bewindvoerder] gedane verjaringsberoep doel.