ECLI:NL:GHSHE:2017:245
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M.J. van Laarhoven
- C.D.M. Lamers
- M.C. Bijleveld-van der Slikke
- Rechtspraak.nl
Einde alimentatieverplichting op basis van samenwoning als waren zij gehuwd
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de alimentatieverplichting van de man jegens de vrouw op basis van artikel 1:160 van het Burgerlijk Wetboek. De man is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin zijn verzoek tot beëindiging van de partneralimentatie werd afgewezen. Het hof heeft in een tussenbeschikking van 31 maart 2016 geoordeeld dat de vrouw voldoende bewijs moest leveren dat zij niet samenwoonde met haar ex-partner als waren zij gehuwd. Tijdens de zitting op 26 juli 2016 zijn getuigen gehoord, waaronder de vrouw zelf en haar ex-partner. Het hof heeft vastgesteld dat er tussen de vrouw en haar ex-partner sprake was van een duurzame, affectieve relatie en dat zij feitelijk samenwoonden, wat leidde tot de conclusie dat de alimentatieverplichting van de man per 12 juni 2014 is geëindigd. De vrouw heeft niet kunnen aantonen dat er geen sprake was van samenwoning, en het hof heeft geoordeeld dat de man recht heeft op terugbetaling van de onverschuldigd betaalde alimentatie. De beschikking van de rechtbank is vernietigd, met uitzondering van de proceskosten, en de vrouw is veroordeeld tot terugbetaling van de ontvangen partneralimentatie vanaf de datum van samenwoning.