ECLI:NL:GHSHE:2017:242
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- P.P.M. van Reijsen
- C.A.R.M. van Leuven
- A.E. van Solinge
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep partneralimentatie na echtscheiding met wijziging van omstandigheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake partneralimentatie na een echtscheiding. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft op 18 mei 2016 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Limburg (Roermond) van 25 februari 2016, waarin de alimentatieverplichting van de man aan de vrouw was vastgesteld. De vrouw, verweerster in hoger beroep, heeft op 13 juli 2016 een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 20 december 2016, waarbij beide partijen in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten.
Het huwelijk van partijen is op 26 november 2008 ontbonden. De rechtbank had eerder bepaald dat de man een uitkering tot levensonderhoud van € 1.000,- per maand aan de vrouw zou betalen. Deze alimentatie is in de loop der jaren gewijzigd, met de laatste wijziging in 2012. De vrouw verzocht in de bestreden beschikking om de alimentatie opnieuw vast te stellen, maar de man betwistte de hoogte van haar behoefte en de duur van de alimentatieverplichting.
Het hof oordeelde dat er sprake was van een wijziging van omstandigheden die een herziening van de alimentatie rechtvaardigde. Echter, het hof concludeerde dat de vrouw haar behoefte aan een onderhoudsbijdrage niet voldoende had onderbouwd. De vrouw had nagelaten een gedetailleerd overzicht van haar uitgaven en behoeften te overleggen, waardoor het hof niet kon vaststellen wat haar werkelijke kosten van levensonderhoud waren. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek van de vrouw tot vaststelling van partneralimentatie afgewezen, met uitzondering van de proceskostencompensatie.