Ter zitting heeft [appellant] , in aanvulling op het voorgaande, het volgende aangevoerd.
Uit de manier waarop [bewindvoerder 1 van de vennootschap onder firma] de problemen kenbaar heeft gemaakt bij het Team Toezicht en de wijze waarop hij [appellant] hiermee heeft geconfronteerd, kan [appellant] enkel concluderen dat sprake is geweest van een vooropgezet plan.
[appellant] merkt voorts op dat – voor zover hij dit kan overzien – in de gevallen waarin de handtekening van een rechthebbende op een rekening en verantwoording is vervalst, ook zijn eigen handtekening is vervalst. Dit gegeven, alsmede het feit dat – zoals later is gebleken – in een bepaald dossier, na zijn schorsing, door een medewerker van [de vennootschap onder firma] betalingen zijn verricht aan [Zorgverzekeringen] Zorgverzekeringen hoewel de betreffende rechthebbende daar niet was verzekerd en dat een autoverzekering is afgesloten op naam van een werknemer van [de vennootschap onder firma] , ziet [appellant] als bevestiging dat hij niet de hand heeft gehad in de carrousel-betalingen. [appellant] ziet zijn vermoedens ook bevestigd door een e-mailbericht van eind 2015 van [medewerker van Beschermingsbewind] van Beschermingsbewind [Beschermingsbewind] . Met dit bericht gaf deze aan het dossier van een van de rechthebbenden te willen overnemen. Dit e-mailbericht is door de tijdelijk opvolgend bewindvoerder in het geding gebracht. Onder dit bericht staat het logo van [de vennootschap onder firma] , hoewel het hier niet om een bericht van [de vennootschap onder firma] gaat. [appellant] spreekt het vermoeden uit dat dit bericht recent door [de vennootschap onder firma] is opgesteld dan wel gefingeerd, omdat het logo van [de vennootschap onder firma] automatisch wordt toegevoegd aan berichten van [de vennootschap onder firma] .
Hoewel [appellant] in de onderhavige zaken persoonlijk tot bewindvoerder is benoemd en in die zin ook de eindverantwoordelijkheid draagt voor een behoorlijk beheer van deze dossiers, is hij van mening dat hem in dezen niets kan worden verweten. Hij is van mening dat er opzet in het spel is, dat handtekeningen zijn vervalst en dat hij daarvoor geen eindverantwoordelijkheid kan nemen. Hij heeft erop vertrouwd dat het personeel de door hem gegeven opdrachten ook daadwerkelijk uitvoerde. Hij erkent dat hij de werkzaamheden van het personeel, alsmede door het personeel c.q. door de software gegenereerde stukken, zoals de jaarafsluiting en de rekening en verantwoording, onvoldoende heeft gecontroleerd. Hij verkeerde in de veronderstelling dat de betalingen aan [de vennootschap onder firma] ten laste van de rekeningen van de rechthebbenden terecht werden gedaan.
Ten aanzien van het specifieke dossier van deze rechthebbende heeft [appellant] nog aangevoerd dat hij het contact onderhield met de rechthebbende, maar dat mevrouw [medewerker 3 van de vennootschap onder firma] de betalingen verrichtte.
De loonstroken van de rechthebbende konden niet altijd naar het UWV worden verzonden, aangezien die niet altijd aan [appellant] werden verstrekt.
In het verleden ontstonden wel eens problemen doordat de rechthebbende probeerde geld ‘weg te sluizen’ door nieuwe rekeningen te openen en daarop uitkeringen of studiefinanciering te laten storten.
[appellant] gaat nog uitzoeken of zijn handtekening op de rekeningen en verantwoordingen van deze rechthebbende vervalst zijn.
Toen de rechthebbende werd opgenomen heeft [appellant] al zijn spullen opgeslagen. Die spullen zouden er nog moeten zijn. Hij heeft niet – zoals ter zitting van het hof door de rechthebbende is gesteld – opdracht gegeven de spullen te verwijderen.
Met betrekking tot de door de rechthebbende overgelegde kopieën van bankafschriften van de rechthebbende, die door [appellant] aan hem zijn verstrekt, heeft [appellant] gesteld dat mevrouw [medewerker 3 van de vennootschap onder firma] die bankafschriften op zijn verzoek heeft gescand en per email naar hem heeft verstuurd, waarop [appellant] de afschriften naar de rechthebbende heeft doorgestuurd.