Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- Op 14 juli 2015 zag verbalisant [verbalisant 1] , gekleed in burger en zich verplaatsend op een fiets, een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] geparkeerd staan op de hoek Heezerweg-Leostraat te Eindhoven. De auto stond opvallend op de stoep geparkeerd, hetgeen de aandacht trok van de verbalisant. Er zaten twee personen in de Volkswagen die om zich heen keken, wat op de verbalisant de indruk maakte dat ze ergens op stonden te wachten. Bovendien kwam het kenteken de verbalisant bekend voor.
- Daarom vroeg hij collega [verbalisant 2] via de portofoon om dit kenteken in de politiesystemen te bevragen. Hieruit bleek dat het kenteken in zeer veel registraties genoemd werd. In de meeste van deze registraties werd het kenteken in verband gebracht met het woonwagenkamp gelegen aan de [locatie] . Het was de verbalisanten ambtshalve bekend dat enkele van de bewoners van het woonwagenkamp aan de [locatie] zich bezig hielden met de productie van verdovende middelen. [verbalisant 1] was nog in maart 2015 betrokken geweest bij een grootschalige actie op dat woonwagenkamp, waarbij een ontruimd XTC- dan wel amfetamine laboratorium werd aangetroffen.
- Vervolgens vroeg verbalisant [verbalisant 1] via de portofoon aan collega’s [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , die gekleed waren in uniform en zich verplaatsten in een opvallend dienstvoertuig, om de Volkswagen Golf en de inzittenden te controleren.
- Terwijl verbalisant [verbalisant 1] in afwachting was van de komst van zijn collega’s, zag hij een man, naar later bleek de verdachte, naar de Volkswagen Golf lopen en contact hebben met (een van) de inzittenden van de Volkswagen.
- Vervolgens zag [verbalisant 1] de bijrijder uitstappen en iets van de achterbank van de Volkswagen pakken: een of twee vrij grote witkleurige voorwerpen.
- Deze persoon liep samen met de verdachte naar een andere geparkeerde auto, een Ford Focus en de Volkswagen reed vervolgens weg.
- [verbalisant 1] zag dat de verdachte het achterportier aan de bestuurderszijde van de Ford Focus opende en dat de andere persoon de witte voorwerpen op de achterbank van deze auto legde. Vervolgens liepen beide personen weg.
- Op dat moment kwamen verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] aanrijden in hun dienstvoertuig. Onderweg waren zij door verbalisant [verbalisant 1] op de hoogte gesteld van diens waarnemingen en werden zij door hem verzocht beide mannen te controleren.
- De verbalisanten zagen de beide mannen lopen, stapten uit en spraken beide personen aan. Daarbij vorderden de verbalisanten van de mannen hun identiteitsbewijzen te laten zien. Zij bleken die niet bij zich te hebben maar wel verstrekten ze hun personalia.
- [verbalisant 1] fietste voorbij de Ford Focus en zag dat de witte voorwerpen op de achterbank twee witkleurige jerrycans waren.
- Nadat de twee personen hun personalia hadden opgegeven aan de verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , gaven deze verbalisanten beide personen de cautie. Vervolgens antwoordden deze personen op de vragen of ze met een auto waren en of ze uit een auto waren gestapt, dat ze van niets wisten en nergens vandaan kwamen. De door de personen opgegeven personalia werden vervolgens in het dienstvoertuig gecontroleerd.
- Verbalisant [verbalisant 3] zag vervolgens dat er twee jerrycans op de achterbank van de Ford Focus lagen en dat er een soort zwarte handschoenen bij lagen. Op de vraag van de verbalisanten aan de personen hoe het zat met de Ford Focus, gaven beide personen aan niet te weten waar de verbalisanten het over hadden.
- Hierop vertelden de verbalisanten aan de personen wat zij van hun collega [verbalisant 1] hadden vernomen en wat deze had waargenomen. Beide personen verklaarden hierop dat ze geen autosleutel bij zich hadden en in geen enkel voertuig hadden gezeten. Beiden deden hun armen omhoog en zeiden dat ze mochten worden gefouilleerd om te kijken of ze een autosleutel bij zich hadden. Deze werd na fouillering niet aangetroffen.
- Verbalisant [verbalisant 4] ging ook bij de auto kijken en zag dat er twee jerrycans lagen op de achterbank. Op de herhaalde vraag van de verbalisanten hoe het zat met de Ford en waar de sleutel was, antwoordden beide mannen wederom ontkennend en verklaarden niks met de Ford te maken te hebben.
- Na overleg (via de portofoon) met verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 5] en [verbalisant 2] , waarbij [verbalisant 1] aangaf dat hij zonder twijfel had gezien dat door de beide mannen een voorwerp in de Ford was geplaatst en [verbalisant 2] mededeelde dat uit controle bleek dat de persoon die zich [verdachte] had genoemd, gekend was ter zake de Opiumwet, hebben verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 2] , toen zij ter plaatse waren gekomen, de beide mannen aangehouden op verdenking van overtreding van de Opiumwet.
BESLISSING
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: