ECLI:NL:GHSHE:2017:2300

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
30 mei 2017
Publicatiedatum
31 mei 2017
Zaaknummer
01/879014-13
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot benoeming deskundige in cold case onderzoek naar Nicole van den Hurk

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 30 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep met betrekking tot een cold case onderzoek naar de vermissing van Nicole van den Hurk. Het Openbaar Ministerie (OM) had verzocht om dr. F. Alkemade te benoemen als deskundige om een Bayesiaans rapport op te stellen. Het hof heeft dit verzoek afgewezen, omdat de betrouwbaarheid van de Bayesiaanse analysemethode volgens de huidige stand van de wetenschap nog onzeker is. Het hof heeft besloten om zelfstandig een weging en waardering te maken van het bewijsmateriaal dat zich in het dossier bevindt, zonder de hulp van een deskundige.

Tijdens de zitting was de verdachte niet aanwezig, maar zijn raadsman, mr. J.A.W. Knoester, was wel aanwezig en heeft verklaard dat hij gemachtigd was om de verdediging te voeren. De benadeelde partijen waren ook aanwezig, bijgestaan door hun advocaat, mr. M.M.P.M. Lousberg. Het hof heeft vastgesteld dat de advocaat van de benadeelde partij [benadeelde 3] niet was verschenen, evenals benadeelde partij [benadeelde 4].

Het hof heeft de zaak geschorst tot 21 juli 2017, omdat het niet te verwachten viel dat het eerder bevolen onderzoek door de raadsheer-commissaris gereed zou zijn. De zittingscapaciteit van het hof stond een hervatting van het onderzoek binnen een maand niet toe. Het hof heeft de oproeping van de verdachte voor de volgende zitting bevolen. De uitspraak is vastgelegd in een proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is ondertekend.

Uitspraak

Verkort proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof, meervoudige kamer voor strafzaken, op 30 mei 2017.
Tegenwoordig:
mr. J. Platschorre, voorzitter,
mr. P.J. Hödl en mr. J.J.M. Gielen-Winkster, raadsheren,
mr. W.P.A. Korver en mr. G.Th. Sta, advocaten-generaal,
mr. N. van der Velden, griffier.
De voorzitter doet de zaak tegen de na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte genaamd:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1967,
thans verblijvende in [naam P.I.] ,
is niet verschenen.
Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. J.A.W. Knoester, advocaat te ’s-Gravenhage.
De voorzitter deelt mede de korte inhoud van een schriftelijke verklaring van verdachte d.d. 20 april 2017, waarin hij afstand doet van zijn recht heden ter terechtzitting te verschijnen.
De raadsman deelt mede door de verdachte uitdrukkelijk te zijn gemachtigd om namens de verdachte de verdediging te voeren. Het hof stemt daarmee in.
De voorzitter stelt, aan de hand van de mededeling van de deurwaarder, vast dat ter terechtzitting zijn verschenen de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] , bijgestaan door mr. M.M.P.M. Lousberg, advocate te Amsterdam, (namens mr. R.A. Korver) en [benadeelde 3] . Tevens is verschenen een medewerkster van Slachtofferhulp Nederland, [naam] , en de familierechercheur.
Het hof stelt vast dat de advocaat van de benadeelde partij [benadeelde 3] , mr. P.J.A. van de Laar, advocaat te Eindhoven, niet is verschenen. [benadeelde 4] is evenmin verschenen.
(
opmerking griffier: al hetgeen zich vanaf dit moment heeft voorgedaan is niet in dit verkort proces-verbaal opgenomen en zal later worden uitgewerkt)
Het hof onderbreekt het onderzoek ter terechtzitting tot 16.00 uur.
Om 16.00 uur hervat de voorzitter het onderzoek ter terechtzitting.
Aanwezig zijn:
mr. W.P.A. Korver en mr. G.Th. Sta, advocaten-generaal.
Mr. Knoester en de benadeelde partijen zijn niet verschenen.
De voorzitter deelt als beslissing van het hof het volgende mede.
Het openbaar ministerie heeft gevorderd om dr. F. Alkemade te benoemen tot deskundige teneinde een Bayesiaans rapport op te laten stellen in de onderhavige strafzaak (Bosuil). Daarbij heeft het openbaar ministerie gewezen op de specifieke deskundigheid van dr. Alkemade om met behulp van een logisch wiskundig redeneerkader zijn visie te geven op de bevindingen en onderzoeksresultaten, zoals blijkend uit het dossier, met gebruikmaking van vooraf geformuleerde hypothesen.
De verdediging heeft zich hiertegen verzet op de gronden als genoemd in de pleitnota.
Het hof overweegt als volgt.
Zoals door het openbaar ministerie en de verdediging naar voren is gebracht, en zoals ook blijkt uit de literatuur daaromtrent, is het Bayesiaans analyseren in complexe strafzaken niet onomstreden. De betrouwbaarheid van de methode van het Bayesiaans analyseren is naar de huidige stand van de wetenschap nog onzeker. Onder die omstandigheden kiest het hof er voor om zich niet te laten voorlichten door dr. Alkemade dan wel vervolgens een contra-deskundige.
Het hof zal op grond van het onderzoek ter terechtzitting en op grond van hetgeen door partijen naar voren wordt gebracht zelfstandig een weging en waardering maken van het zich in het dossier bevindende bewijsmateriaal.
Het gevorderde onderzoek acht het hof dan ook niet noodzakelijk. Het hof wijst de vordering van het openbaar ministerie om dr. Alkemade te benoemen tot deskundige, af.
De stelling van de verdediging dat het openbaar ministerie een rapport van dr. Alkemade in het geheel niet in het geding zou mogen brengen, vindt geen steun in het recht. Voor het geval het openbaar ministerie daartoe zal overgaan kan de verdediging uiteraard verzoeken om een contra-expertise.
Bij deze stand van zaken behoeven de overige door de verdediging naar voren gebrachte punten vooralsnog geen bespreking.
Het hof:

schorsthet onderzoek tot de terechtzitting van het hof van
21 juli 2017te
12.25 uur, om de klemmende redenen dat niet te verwachten valt dat het eerder bevolen onderzoek door de raadsheer-commissaris gereed zal zijn en voorts de zittingscapaciteit van het hof hervatting van het onderzoek binnen een maand na heden niet toelaat;

beveeltde oproeping van verdachte tegen de dag en het tijdstip van de hierboven genoemde terechtzitting;

de raadsman is reeds in kennis gesteldvan de dag en het tijdstip van de hierboven genoemde terechtzitting;

de benadeelde partijen[benadeelde 1] , [benadeelde 2] en [benadeelde 3]
zijn reeds in kennis gesteldvan de dag en het tijdstip van de hierboven genoemde terechtzitting;
 mr. M.M.P.M. Lousberg, advocate van de benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 4] , [benadeelde 2] , is eveneens in kennis gesteld van de dag en het tijdstip van de hierboven genoemde terechtzitting;

beveelt de kennisgevingvan de dag en het tijdstip van de hierboven genoemde terechtzitting aan de benadeelde partij [benadeelde 4] , alsmede aan mr. P.J.A. van der Laar, advocaat te Eindhoven, van de benadeelde partij [benadeelde 3] .
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.