Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
6.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 8 november 2016;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 9 januari 2017.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een vordering van de curator, Petrus Johannes Schambergen, op de voormalig bestuurder, aangeduid als [appellant]. De curator stelt dat er een schriftelijke geldlening is verstrekt aan de appellant, of dat er sprake is geweest van een uitbetaling van een netto provisiebedrag. De zaak is een vervolg op een eerder tussenarrest van 8 november 2016, waarin het hof de appellant heeft toegelaten tot het bewijzen van feiten die de conclusie rechtvaardigen dat een bedrag van € 45.000 in 2001 aan hem is voldaan als netto equivalent van een verschuldigde bonus over 2006.
Tijdens de zitting op 9 januari 2017 heeft de appellant geprobeerd bewijs te leveren door het horen van zichzelf en een getuige, de heer [getuige 2]. De getuige is echter niet verschenen, wat leidde tot een verzoek van de advocaat van de appellant om een rogatoire commissie te benoemen. De curator heeft zich verzet tegen dit verzoek en aangegeven dat de getuige bij exploot moet worden opgeroepen. Het hof heeft geoordeeld dat de getuige in persoon moet verschijnen en dat de oproeping niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden, maar dat dit geen gevolgen heeft voor de procedure omdat de getuige op de hoogte was van de zitting.
Het hof heeft besloten dat de appellant de getuige bij exploot moet oproepen, voorzien van een Engelse vertaling van het arrest, zodat de getuige kennis kan nemen van de inhoud van het Nederlandse rechtssysteem. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen en de rol van 7 februari 2017 is vastgesteld voor verhinderdata van partijen, advocaten en getuigen.