ECLI:NL:GHSHE:2017:2215
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beschikking gevangenhouding met verzoek tot schorsing voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Limburg, waarbij de gevangenhouding van de verdachte werd bevolen. De verdachte, geboren in Irak en thans verblijvende in een Huis van Bewaring, had hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking, die op 26 april 2017 was gegeven. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bevestigd en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen.
De voorlopige hechtenis is gegrond op het ernstig gevaar dat de verdachte, indien hij niet in voorlopige hechtenis wordt gehouden, zich opnieuw schuldig zal maken aan een misdrijf waarvoor een gevangenisstraf van zes jaar of meer kan worden opgelegd. Het hof heeft vastgesteld dat er ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte met betrekking tot het medeplegen van een poging tot afpersing. Dit blijkt uit verschillende bewijsstukken, waaronder aangiften en verklaringen van getuigen.
Het hof heeft ook rekening gehouden met het reclasseringsadvies, dat concludeert dat het risico op recidive zeer hoog is. De verdachte heeft een verleden van zowel vermogensdelicten als geweldsdelicten en er zijn zorgen over zijn gedrag en de afwezigheid van hulpverlening. Het hof oordeelt dat de belangen van de samenleving zwaarder wegen dan het belang van de verdachte om in vrijheid te worden berecht. Daarom is het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen en is de beschikking van de rechtbank bevestigd.