4.1.De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder “2. De feiten” vastgesteld van welke feiten bij de beoordeling van het geschil is uitgegaan. Voor zover die feiten niet zijn bestreden, zal ook het hof daarvan uitgaan. Daarnaast staan nog enige feiten als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of onvoldoende onderbouwd bestreden vast. Hierna volgt een opsomming van die feiten.
a. Op 22 of 23 april 2008 is een caravan van het merk Tabbert (type W27 560) gestolen in het plaatsje Rastatt te Duitsland. De caravan behoorde toen in eigendom toe aan [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ). Van deze diefstal heeft [betrokkene 1] aangifte gedaan bij de politie in Duitsland.
b. Op 1 oktober 2012 heeft [geïntimeerde] voornoemde caravan van een Ierse man, genaamd [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2] ), gekocht voor een koopprijs ad € 5.900,- (productie 1 conclusie van antwoord). De koop heeft in Frankrijk plaatsgevonden. [betrokkene 2] heeft het zogenoemde ‘Caravan Log’ en de bij de caravan aanwezig zijnde papieren aan [geïntimeerde] overgedragen.
c. [geïntimeerde] heeft de caravan op enig moment via internet te koop aangeboden.
d. Namens [appellante] heeft [betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3] ) op 17 oktober 2012 voornoemde caravan gekocht tegen een prijs van € 6.850,-. Ten behoeve van die koop werd € 1.000,- aanbetaald en het restant ad € 5.850,- is voldaan bij levering.
e. Ten behoeve van de koop is een koopovereenkomst opgesteld (productie 1 dagvaarding in eerste aanleg en productie 6 conclusie van repliek), waarop het volgende met de handgeschreven is vermeld:
‘Bemerkung: Fahrzeug wird met ca. 3000€ unter Marktwert verkauft, daher keine garantie o sontiges keine Zurücknahme’
f. Op 17 mei 2013 heeft [appellante] geprobeerd de caravan in te voeren in Duitsland. Hierbij werd [appellante] door de Duitse autoriteiten op de hoogte gesteld van het feit dat de caravan in Duitsland als gestolen stond geregistreerd, waardoor de caravan niet kon worden ingevoerd. Als rechtmatige eigenaar van de caravan stond in Duitsland [betrokkene 1] geregistreerd.
g. Bij brief van 17 mei 2013 (productie 4 dagvaarding in eerste aanleg) laat de gemachtigde van [appellante] aan [geïntimeerde] weten:
“(…)
Da Sie aufgrund des Vertrages meiner Mandantin kein Eigentum verschaffen konnten und meine Mandantin nunmehr das Fahrzeug an die Polizei herausgeben muss, haben wir Sie afzufordern den Kaufpreis in Höhe von 6.850,00€ umgehend zurückzuerstatten.
Hierfür merken wir uns eine Frist bis längstens 25. Mai 2013 vor. (…)”.
h. Bij schrijven van 6 december 2013 (productie 3 dagvaarding in eerste aanleg) laat mr. Sahin namens [appellante] aan [geïntimeerde] weten:
“(…)
U heeft (…) niet voldaan aan uw verplichting (…) dat u de verkochte zaak in eigendom heeft over te dragen. U was namelijk geen eigenaar van de caravan, (…). Cliënte ontbindt hierbij (…) de gesloten koopovereenkomst.
Nu de overdracht in eigendom een verplichting van u – als verkoper - is die voor uw risico komt, bent u gehouden om de door cliënte gelede schade te vergoeden. Deze schade bedraagt in ieder geval de koopprijs van € 6.850,-. Omdat u in verzuim verkeert, ben u voorts de wettelijke rente berekend tot en met 6 december a.s. ad € 234,96 (…) verschuldigd. (…)”.
i. In oktober 2014 heeft [appellante] de caravan doorverkocht aan een derde voor € 8.400,-.