Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 16 augustus 2016;
- de akte uitlating na herroeping arrest van [eiser in de herroepinsprocedure] ;
- de antwoord akte na gewezen arrest van Inbev.
7.De verdere beoordeling
“In tegenstelling tot hetgeen de medewerker van Inbev het Hof heeft voorgehouden, deelde Inbev mij zojuist mede – voor zover rechtens relevant – dat uw cliënt/VOF vanaf 2010 geen zaken meer heeft afgenomen bij Inbev; de bonussen zijn dan ook geboekt ten behoeve van de BV en niet ten behoeve van uw cliënt/VOF.”
“ [eiser in de herroepinsprocedure] erkent de verplichtingen uit de geldleningen, in het bijzonder geldlening I, te zijn aangegaan. Hij had daarbij de verwachting dat hij door het halen van omzetten de lening kon aflossen, dan wel bij het staken van de exploitatie de geldlening kon overdragen aan de volgende uitbater. Deze toekomstverwachtingen zijn niet uitgekomen. [eiser in de herroepinsprocedure] had het deels zelf in de hand om bij het overdragen van de exploitatie aan de B.V., waarvan hij zelf aandeelhouder was, de eventuele overname van de verplichtingen goed te regelen. Uit voorgaande overwegingen volgt reeds dat hij daarin niet is geslaagd. Dit levert niet een, aan Inbev tegen te werpen, onaanvaardbare onredelijkheid en/of billijkheid op om [eiser in de herroepinsprocedure] niet aan zijn verplichtingen te houden.
De jaarlijkse aflossing dient in maandtermijnen van € 0 te worden voldaan”, en “
De opgebouwde bonus zal jaarlijks aangewend worden om af te lossen op de overgenomen lening …”. Naar het oordeel van het hof is de vordering van Inbev op [eiser in de herroepinsprocedure] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar te achten indien en voor zover de kortingen/bonussen als geregeld in de offerteovereenkomst (…) ten goede zijn gekomen aan de BV. Toestemming van [eiser in de herroepinsprocedure] voor deze overdracht van de kortingen/ bonussenregeling ontbreekt. Door de kortingen/bonussen niet aan [eiser in de herroepinsprocedure] of de VOF uit te betalen of niet met de vordering terzake van geldlening I te verrekenen zou [eiser in de herroepinsprocedure] meer aan Inbev verschuldigd zijn dan op basis van de offerteovereenkomst tussen partijen overeen is gekomen.