3.1.Geen grief is gericht tegen de overwegingen van de rechtbank met betrekking tot de vaststaande feiten (2.1 tot en met 2.22 van het bestreden vonnis). In de kern staat tussen partijen als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, het volgende vast (voor een uitvoeriger weergave van de correspondentie verwijst het hof naar het bestreden vonnis).
a. Sinds 1981 heeft [appellant] de projectfinanciering voor zijn werkzaamheden als privaat projectontwikkelaar ondergebracht bij (de rechtsvoorgangers van) ING.
ING heeft een rekening-courant krediet aan [appellant] ter beschikking gesteld (overeenkomst van 4 juni 2003, kredietlimiet € 20.000, jaarlijks te bezien aan de hand van de jaarcijfers, rente 2% per jaar boven de ING Basisrente, minimaal 5,25% per jaar).
ING heeft verder een Euroflexlening aan [appellant] ter beschikking gesteld (overeenkomst van 4 juni 2003, hoofdsom € 230.000, looptijd 12 maanden vanaf 1 mei 2003, rente 1,5% per jaar boven Euribor, opslag op Euribor jaarlijks door ING te herzien, aflossing € 230.000 op 1 mei 2004).
ING Real Estate Finance N.V. (REF) heeft een lening aan [appellant] ter beschikking gesteld (overeenkomst van 10 mei 2006, hoofdsom € 1.000.000, looptijd 3 jaar, verlenging mogelijk, rente driemaands Euribor met een opslag van 1,2 procentpunt, rentevaste periode mogelijk).
[appellant] heeft zekerheden aan ING en REF gegeven (aan ING: 1e, 2e en 3e hypotheek [adres 1] te [plaats 1] ; aan REF: onder meer 1e hypotheek [adres 2] te [woonplaats] , [adres 3] te [plaats 2] en [adres 4] te [woonplaats] ).
In de algemene voorwaarden bij de overeenkomst van 4 juni 2003 met ING is bepaald:
“Het saldo van een krediet in rekening-courant (…) is met de verschuldigde en lopende rente (…) terstond en ineens opeisbaar (…) indien de kredietnemer enigerlei verplichting jegens de bank uit hoofde van deze overeenkomst of enige andere met de bank gesloten overeenkomst al of niet in verband daarmee niet, niet tijdig of niet volledig is nagekomen (…). (…) De kredietnemer is verplicht aan de bank of door haar aan te wijzen personen te allen tijde inzage te geven in zijn boeken en alle verlangde inlichtingen te verstrekken. Voorts zal de kredietnemer aan de bank jaarlijks een afschrift geven van zijn balans en winst- en verliesrekening en wel binnen half jaar na afloop van het boekjaar (…).”
In de algemene voorwaarden bij de overeenkomst van 10 mei 2006 met REF is bepaald:
“Het verschuldigde is terstond en ineens opeisbaar (…) indien één van de volgende gebeurtenissen zich voordoet: (…) de schuldenaar is jegens de geldgever in verzuim (…). (…) De schuldenaar is verplicht onmiddellijk doch uiterlijk binnen 14 dagen aan de geldgever toe te zenden: (…) Alle door de geldgever gevraagde inlichtingen en gegevens die naar zijn oordeel van belang (kunnen) zijn voor de hem toekomende rechten en bevoegdheden (…). (…) De schuldenaar (…) is verplicht jaarlijks binnen zes (6) maanden na afloop van ieder boekjaar of zoveel eerder als mogelijk, aan de geldgever te verstrekken een exemplaar van zijn (geconsolideerde) balans en winst- en verliesrekening met toelichting (…). De schuldenaar is verder verplicht met betrekking tot de jaarrekening de geldgever alle gewenste inlichtingen te verstrekken.”
REF en [appellant] zijn in maart 2007 overeengekomen dat [appellant] vanaf 1 juli 2008 4% per jaar lineair zou aflossen, derhalve € 10.000 per kwartaal (bij € 1.000.000 hoofdsom).
[appellant] heeft zich bij overeenkomst van 9 februari 2010 jegens REF verbonden zolang REF een vordering op hem zou hebben het pand aan de [adres 2] te [woonplaats] niet te verkopen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van REF.
ING en REF (hierna gezamenlijk: ING) zijn gefuseerd met rechtsgevolg vanaf 1 september 2010.
ING heeft met [appellant] gecorrespondeerd:
- brief van 7 februari 2011: de periodieke aflossing voor de lening van 10 mei 2006 is met ingang van 1 april 2011 € 2.500 per kwartaal voor een periode van 1 jaar, na deze periode opnieuw te bezien;
- brief van 6 oktober 2011: aflossingsafspraak van € 2.500 per kwartaal wordt gecontinueerd tot 1 april 2013, na deze periode worden de aflossingsvoorwaarden opnieuw bezien;
- brief van 19 maart 2012: de limiet van de rekening-courant wordt verlaagd met € 400 per maand, voor het eerst op 1 april 2012, en de aflossing op de Euroflexlening wordt € 1.150 per maand met ingang van 1 mei 2012;
- brief van 25 februari 2013: het dossier is overgedragen aan de afdeling Intensief Beheer omdat [appellant] had laten weten de rente- en aflossingsverplichting van de Euroflexlening niet te kunnen opbrengen en de “ondergezette woning” ( [adres 1] , naar het hof begrijpt) niet te hebben verkocht; ING waarschuwt dat de vordering hiermee opzegbaar is en verzoekt uiterlijk 31 maart 2013 financiële informatie te verstrekken aan de hand waarvan in overleg kan worden bepaald welke aflossing haalbaar is; ING waarschuwt dat opzegging en uitwinning van zekerheden mogelijk zijn indien de gevraagde gegevens niet worden ontvangen;
- brief van 8 mei 2013: [appellant] wordt nogmaals in de gelegenheid gesteld gegevens te verstrekken;
- brief van 29 juli 2013: ING stelt de rente voor de Euroflexlening vast op 5,34% per jaar boven het éénmaands Euribor tarief vanaf 1 oktober 2013;
- ING en [appellant] hebben in de periode vanaf oktober tot in december 2013 overleg gevoerd over de voortzetting van de kredietrelatie;
- brief van 10 januari 2014: ING eist de openstaande saldi op.
i. ING heeft de opzegging van de openstaande saldi als volgt gemotiveerd:
- [appellant] heeft een deel van het pand aan de [adres 2] zonder haar toestemming verkocht;
- [appellant] heeft meegedeeld niet langer te willen voldoen aan het overeengekomen aflossingsschema;
- [appellant] heeft niet voldaan aan de voorwaarden in de brief van 8 mei 2013;
- de bedrijfsactiviteiten van [appellant] in het pand aan de [adres 1] zijn beëindigd;
- [appellant] gaat niet akkoord met de renteherziening zoals voorgesteld in de brief van 29 juli 2013;
- [appellant] gaat ook niet akkoord met een door ING voorgestelde regeling (brief van 12 november 2013);
- er is geen sprake (meer) van een vertrouwensrelatie tussen ING en [appellant] .
ING heeft met verlof van de voorzieningenrechter beslag gelegd op onroerende zaken van [appellant] . ING heeft, na het wijzen van het thans bestreden vonnis, een aantal beslagen zaken executoriaal verkocht.
ING en [appellant] hebben op 1 mei 2014 een regeling getroffen, maar deze regeling is in juni of juli 2014 buitengerechtelijk vernietigd of ontbonden.