In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Enexis B.V. betreffende de aansprakelijkheid voor ongeregistreerd elektriciteitsverbruik ten behoeve van een hennepkwekerij. Op 15 juli 2014 werd in de woning van [appellant] een hennepkwekerij aangetroffen, waarbij illegaal elektriciteit werd afgetapt. Enexis vorderde betaling van € 3.833,72 van [appellant] voor de schade die zij had geleden door het ongeregistreerde verbruik. Het hof oordeelde dat [appellant] jegens Enexis aansprakelijk was voor de schade, omdat hij een zorgplicht had geschonden door de illegale aftakking van elektriciteit toe te laten. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, die de vorderingen van Enexis had toegewezen. [appellant] had in hoger beroep grieven aangevoerd tegen de berekening van het verbruik en de proceskostenveroordeling, maar het hof oordeelde dat deze grieven niet konden slagen. De berekeningsmethodiek van Enexis werd als deugdelijk beschouwd en de aannames die aan de vordering ten grondslag lagen, werden niet voldoende weersproken door [appellant]. Het hof veroordeelde [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep.