12.4.1. Het uitgangspunt in deze zaak blijft de afspraak uit 2005 dat partijen gedurende de gehele looptijd van de L200 zouden samenwerken, zoals [appellante] benadrukt, maar daarbij heeft het hof (zie rov 3.1.2 aanhef van het tussenarrest van 29 juli 2014) reeds geconstateerd dat het bij die samenwerking slechts gaat om het type L200 Sports Utility Top, dat voorzien kon worden van een door [appellante] geproduceerde glasfiber hardtop. Onbetwist staat vast dat dit ook de enige hardtop is die door [appellante] voor Mitsubishi in het kader van deze overeenkomst zou worden geproduceerd.
In hun correspondentie hebben partijen het soms alleen over L200 (de korte aanduiding die ook het hof in zijn tussenarresten gebruikte), maar even vaak vermelden zij daarbij (alleen) de typeaanduiding SUT. In de allereerste brief van [appellante] aan Mitsubishi (van 7 juli 2005, prod. 1 inl. dagv.) spreekt [appellante] van “Hardtop SUT”. Het hof verwijst daarnaast nog naar de in rov 3.1. van het tussenarrest van 29 juli 2014 geciteerde correspondentie tussen partijen, in het bijzonder naar de onder 3.1.2. ii), 3.1.3 i), 3.1.4. (brief van [appellante] van 8 augustus 2007), en 3.1.5 onder vii genoemde stukken.
Het gaat derhalve niet – zoals in de latere aktes van [appellante] lijkt te worden betoogd - over een samenwerking ten aanzien van andere door Mitsubishi uitgebrachte varianten van de L200.
12.4.2. Het hof stelt vast dat de samenwerking tussen partijen met betrekking tot de glasfiber hardtops voor het nieuwere model L200 SUT met extended bed, dat vanaf 2009 door Mitsubishi is geproduceerd, niet tot stand is gekomen.
Mitsubishi heeft bovendien gesteld dat voor dit model nooit de variant L200 SUT met hardtop gefabriceerd van glasfiber op de markt is gebracht. Door [appellante] is dit weliswaar betwist, maar die betwisting is slechts onderbouwd door verwijzingen naar andere varianten van de L200 dan de SUT, zodat het hof daaraan voorbij gaat. Het bewijsaanbod van [appellante] is op dit punt ook onvoldoende gespecificeerd.
12.4.3. Mitsubishi heeft ook geen bestellingen voor de glasfiber hardtop voor de L200 SUT met extended bed bij [appellante] gedaan, zo staat tussen partijen vast. Mitsubishi stelt dat dit komt omdat zij met [appellante] geen overeenstemming kon bereiken over de levering hiervan, zonder dat zij tegelijkertijd volumegaranties moest afgeven aan [appellante]. Mitsubishi wilde in beginsel wel hardtops voor deze variant L200 van [appellante] afnemen, maar zij wilde zich niet committeren aan enige volumeafspraak. In de overeenkomst van 2/3/4 juli 2008 was dit als eerste voorwaarde opgenomen, die geaccepteerd moest worden wilde [appellante] “
main supplier” voor de L200 SUT versie 2009 (dus met extended bed) blijven. In deze overeenkomst staat na de formulering “
no fixed volume commitments” ook tussen haken vermeld “
Estimated volumes average up to 30 pcs per week in 2009”.
12.4.4. Het hof heeft reeds geoordeeld dat de overeenkomst van 2/3/4 juli 2008 inhield dat er geen volumegaranties voor 2009 en verder zouden worden gegeven.
Dat [appellante] echter nog steeds wilde dat er voor het nieuwe model L200 SUT volumegaranties (boven de verwachting dat gemiddeld 30 hardtops per week zouden worden afgenomen) werden afgegeven, blijkt al uit de brief van [appellante] van 22 juli 2008, geciteerd in rov 3.1.5. onder (ix) van het tussenarrest van 29 juli 2014: “
Ich konnte mich nicht damit einverstanden erklären, dass dies nur bis zu 30 Dächern pro Woche gelten soll (..) und wir doch erwarten dürfen, dass Sie uns im Rahmen des Möglichen wenigstens bis zu 100 Dächern unterstützen“ en bijvoorbeeld uit de brief van [appellante] van 13 oktober 2008 (rov 3.1.5. onder (x)) “
Ich musste nochmals dringend darauf hinarbeiten, dass wir im folgenden Jahr 100 Dächern die Woche liefern können“. Ook in de brief van 5 november 2008 (rov 3.1.5. onder (xii)) neem [appellante] als uitgangspunt dat van haar in 2009 100 hardtops per week moeten worden afgenomen door Mitsubishi. Als getuige gehoord heeft [directeur appellante], statutair directeur van [appellante], verklaard dat die volumegaranties voor hem wezenlijk waren, dat [appellante] die ook niet wilde laten vallen en dat hierover met Mitsubishi nooit overeenstemming is geweest.
12.4.5. In het licht van het hiervoor overwogene is er naar het oordeel van het hof geen sprake van dat Mitsubishi haar contractuele verplichting niet is nagekomen jegens [appellante] om [appellante] de main supplier te laten zijn voor de glasfiber hardtop van de L200 SUT met extended bed, nu deze contractuele verplichting niet bestond. [appellante] bleef aandringen op meer commitment van Mitsubishi dan waartoe Mitsubishi bereid was en volgens de door partijen gesloten eerdere overeenkomst bereid hoefde te zijn. Er is daarom geen overeenkomst tussen partijen voor en geen variant van de L200 SUT met extended bed en een glasfiber hardtop tot stand gekomen. Dat Mitsubishi, door de samenwerking met [appellante] langzaam te laten uitfaseren, op de manier zoals zij heeft gedaan, jegens [appellante] onrechtmatig heeft gehandeld is overigens niet gesteld, zodat dit niet beoordeeld hoeft te worden.