[appellant] heeft in de periode 2006-2012 geldleningen verstrekt aan [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] (verder: [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] ) en BUVA B.V. (verder BUVA). De leningen werden aan [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] verstrekt voor de ontwikkeling van verschillende bouwprojecten in Nederland en Duitsland, waaronder een project in [plaats] (Mistelgau-Bayreuth) voor de bouw van, kort gezegd, een vakantiepark met eengezins- en vakantiewoningen. Ten behoeve van de projectontwikkeling van onroerend goed is op 9 maart 2006 BUVA B.V. (verder: BUVA) opgericht, van welke vennootschap [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] enig aandeelhouder en bestuurder was (prod. 1 inl. dagv.).
De burgemeester van Mistelgau, de heer [burgemeester] (verder: [burgemeester] ), ondersteunde het plan voor het project in [plaats] . Op zijn uitnodiging (prod. 2 mvg) vond op 4 mei 2007 een informatieavond plaats, waarbij onder meer de heer [medewerker van BUVA] namens BUVA, het architectenbureau [architectenbureau] en [burgemeester] aanwezig waren.
BUVA heeft in augustus/september 2007, vertegenwoordigd door voornoemde heer [medewerker van BUVA] , een groot aantal koopovereenkomsten gesloten met diverse grondeigenaren betreffende in totaal ca 35 hectare grond. In de koopovereenkomsten is vermeld dat BUVA de gekochte gronden zou gaan gebruiken voor de realisatie van een Feriendorf. In de koopovereenkomsten was een recht voor BUVA opgenomen om de overeenkomsten te ontbinden indien niet uiterlijk 31 december 2008 een geldig bestemmingsplan voor het gebied zou zijn gerealiseerd. BUVA zou dat beroep tot en met 31 januari 2009 kunnen doen gelden.
Per 31 december 2008 was van aan voormelde voorwaarde niet voldaan maar BUVA heeft van haar recht op ontbinding geen gebruik gemaakt.
[statutair directeur van BUVA B.V.] ( [statutair directeur van BUVA B.V.] , verder ook: [statutair directeur van BUVA B.V.] ) is een zoon van [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] . Een overeenkomst van 16 december 2009 (prod. 8 inl. dagv.), waarbij [appellant] aan [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] een bedrag van € 30.000,= ter leen heeft verstrekt, is door [statutair directeur van BUVA B.V.] mede ondertekend. In die overeenkomst - waarin [appellant] wordt aangeduid als partij1 en [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] en [statutair directeur van BUVA B.V.] als partij 2 – is onder meer bepaald:
“(...) Bij verstrekking van deze lening is afgesproken dat dat alle geleende betalingen aan partij 2 (door partij 1) terug betaald worden voor 1-03-2010 met vergoedingen (…). Alle verdere lopende zaken vanaf dec 2004 (..) zullen door partij 2 voor 1-04-2010 afgehandeld dienen te worden zowel [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] en [statutair directeur van BUVA B.V.] (partij 2) zullen hier voor privé en zakelijk garant staan. (..)”
Bij brief van 15 april 2010 (prod. 8 mvg) heeft de notaris BUVA aangesproken tot betaling binnen veertien dagen van de koopsommen (in totaal € 107.580,=) voor de voor het project [plaats] door BUVA gekochte percelen. BUVA heeft begin 2011 - uit een door [appellant] bij wege van lening betaald bedrag van € 60.000,= - de over de koopsommen voor de drie grootste percelen verschuldigde “Grundererwerbsteuer” ten bedrage van € 58.644,= (3,5% van de koopsommen) voldaan maar de koopsommen onbetaald gelaten (prod.11, 14 , 19 en 20 mvg).
Op een op 1 december 2010 op uitnodiging van de burgemeester [burgemeester] bijeengeroepen bijeenkomst van eigenaren (prod. 17 mvg) beklemtoonde [burgemeester] het belang van het project voor de ontwikkeling van de regio en stelde voor BUVA nog een termijn tot 10 januari 2011 te geven voor de financiering van de koopsommen. Bij brief van 9 februari 2011 (prod. 19 mvg) spreekt [burgemeester] jegens [één van de grondeigenaren] (een van de grondeigenaren) het hernieuwde vertrouwen uit dat BUVA het Feriendorf zal kunnen realiseren.
In een email van 6 juli 2011 (prod. 26 mvg) bericht [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] over het project [project] aan onder meer [appellant] :
”(..) Momenteel wordt onderhandeld met een Duits fonds over overname dan wel deelname danwel financiering. Daarnaast zijn we ook bezig om de koopprijzen zelf betaald te krijgen; in mijn gesprek gisteren met advokaat [Duitse advocaat] wordt die kans van slagen iedere dag groter, de mensen waar we mee onderhandelen zijn zeer serieus. Een van de twee bovengenoemde opties gaat in ieder geval door. (…)”
Bij brief van 15 september 2011 (prod. 28 mvg) heeft de Duitse advocaat van [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] /BUVA ( [Duitse advocaat] ) aan architect [architect] geschreven:
“Herr [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] hat uns gebeten, Ihnen die Vorstellung anlässlich der Gründung einer Projektgesellschaft und der Übernahme der Kaufverträge darzulegen. In der gemeinsamen Besprechung am 04.05.2011 bestand Einigkeit, dass vor Ort eine Projektgesellschaft gegründet werden soll. Die neu gegründete Gesellschaft soll die Verträge, die Buva B.V. mit diversen Verkäufern (..) abgeschlossen hat, übernehmen. Sie haben seinerzeit erklärt, dass die Investoren 94% der Gesellschäftsanteile übernehmen sollen, die restlichen 6% Anteile sollen bei Hernn [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] verbleiben. Im termin vom 04.05.2011 wurde auch zugesagt, dass die neue Gesellschaft, die bisher von der Fa. Buva B.V. bzw Herrn [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] persönlich getätigten Aufwendungen von rund 5 Millionen übernimmt bzw an Fa. Buva B.V. und Hernn [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] erstattet. (…)”
Bij brief van 22 november 2011 (prod. 25 mvg) bericht [burgemeester] aan de grondeigenaren dat er wederom veel tijd is verstreken zonder dat er een concreet resultaat kan worden genoemd. [burgemeester] vraagt om geduld. In deze brief laat [burgemeester] weten dat [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] aan prof. Dr. [Prof.Dr.] opdracht heeft gegeven voor een totaalontwerp voor de regio en dat daarna nog een haalbaarheidsonderzoek en een financiële berekening zullen moeten plaatsvinden.
In een brief d.d. 9 maart 2012 van [architect] aan [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] (prod. 29 mvg) schrijft [architect] :
“(…) Wir sind in Kalenderwoche 12/2012 mit den zuständigen Damen und Herren des • Bayerischen Wirtschaftsministeriums/Forderung • Regierungspräsidium Oberfranken • Vertretern des Bayerischen Landtags in eine Gespächsrunde. Dort köntte theoretisch der Ferienpark [plaats] thematisch angesprochen werden. Wir werden dies jedoch nicht ohne ausdrückliche Mandatierung tätigen. (…)”
Op 23 mei 2012 is door [statutair directeur van BUVA B.V.] en [Duitse advocaat] (de Duitse advocaat van BUVA/ [enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] ) [Feriendorf] GmbH opgericht (prod. 2 inl. dagv. tevens prod. 30 mvg). [statutair directeur van BUVA B.V.] werd voor 51% aandeelhouder, [Duitse advocaat] voor 49%, beiden werden bestuurder. Na een door [appellant] op de aandelen van [statutair directeur van BUVA B.V.] . gelegd beslag heeft Feriendorf op 20 oktober 2015 gebruik gemaakt van haar statutaire recht om de aandelen van [statutair directeur van BUVA B.V.] . in te trekken en [statutair directeur van BUVA B.V.] als statutair directeur te ontslaan. Sindsdien is [Duitse advocaat] alleen bestuurder en enig aandeelhouder.
In een brief van 20 september 2012 (prod. 31 mvg) schrijft de notaris aan de grondeigenaren:
“(…) zum Projekt Feriendorf [plaats] ist der derzeitige Sach- und Planungsstand wie folgt: Am 23. Mai 2012 wurde die [Feriendorf] GmbH mit Sitz in [plaats] errichtet, die das Projekt gemeinsam mit einem Kooperationspartner, der [Kooperationspartner] GmbH mit Sitz in [vestigingsplaats] , durchführen will. (…) Die [Feriendorf] GmbH wird daher nun die gesamten Flächen erwerben. Hierzu sollen die bestehenden Kaufverträge aufgehoben und neue Kaufverträge geschlossen werden. Dabei wird auch für die [Feriendorf] GmbH ein Rücktrittsrecht für die oben genannten Fälle vereinbart werden, also für den Fall, dass die baurechtliche Zulässigkeit nicht bis spätestens 30. Juni 2013 eintritt oder die vereinbarten Mindestverkaufszahlen nicht erreicht werden. (..) Damit hängt die Verwirklichung des Projektes - baurechtliche Zulässigkeit vorausgesetzt – im wesentlichen davon ab, dass innerhalb der festgesetzte Zeiträume jeweils eine ausreichende Zahl von Häusern verkauft wird. (…)”
Tussen de grondeigenaren en Feriendorf zijn nieuwe koopovereenkomsten gesloten. Het door BUVA betaalde bedrag van € 58.644,= aan Grundererwerbsteuer is door de Duitse belastingdienst aan BUVA terugbetaald.
[enig aandeelhouder en bestuurder was van BUVA B.V.] en BUVA zijn (blijkens het insolventieregister op respectievelijk 12 augustus 2014 en 14 oktober 2014) in staat van faillissement verklaard.