ECLI:NL:GHSHE:2017:1842

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
25 april 2017
Publicatiedatum
26 april 2017
Zaaknummer
200.159.381_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding vordering wegens niet-melden arbeidsongeschiktheid en WAO-hiaatverzekering

In deze zaak gaat het om een vordering tot schadevergoeding van een appellant, die stelt dat zijn voormalige werkgever, Medtronic, niet heeft voldaan aan haar verplichtingen met betrekking tot de AOP-Plus Polis Collectief WAO-Volgend verzekering. De appellant was van 1 februari 1997 tot 1 maart 1999 in dienst bij Arterial Vascular Engineering B.V. (AVE B.V.), een dochteronderneming van Medtronic Inc. Tijdens zijn dienstverband meldde de appellant zich op 12 maart 1998 ziek. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden door de kantonrechter per 1 maart 1999, waarbij de appellant een ontbindingsvergoeding van €140.000,- ontving. Bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst had de appellant geen recht op een WAO-uitkering, wat cruciaal was voor zijn aanspraak op de verzekering.

De appellant heeft in hoger beroep vijf grieven ingediend tegen het vonnis van de kantonrechter, die zijn vorderingen had afgewezen. Het hof oordeelt dat de appellant geen recht had op een uitkering uit de AOP-verzekering, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden die in de polis waren opgenomen. De verzekeringsvoorwaarden stipuleerden dat er alleen recht op uitkering was indien er ook recht op een WAO-uitkering bestond. Het hof concludeert dat de appellant, zelfs als Medtronic haar verplichtingen niet was nagekomen, geen schade heeft geleden, omdat hij geen recht had op een uitkering uit de verzekering.

Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt de appellant in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van de voorwaarden in de verzekeringsovereenkomst en de relatie tussen arbeidsongeschiktheid en het recht op uitkering.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.159.381/01
arrest van 25 april 2017
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna te noemen: [appellant] ,
advocaat: mr. F.J. Van Eeckhoutte te Amersfoort,
tegen

1.Medtronic Inc.,gevestigd te [vestigingsplaats] , Verenigde Staten van Amerika,

2.
Medtronic B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerden,
hierna gezamenlijk in enkelvoud te noemen: Medtronic,
advocaat: mr. R.F.H. Mertens te Maastricht,
als vervolg op het door het hof gewezen arrest van 31 maart 2015 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, onder zaaknummer 766915 CV EXPL 13-1462 gewezen vonnis van 18 juni 2014.

1.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de memorie van grieven tevens houdende incidentele vordering ex artikel 843a Rv;
  • de antwoordconclusie in het incident ex artikel 843a Rv;
  • het arrest in het incident ex artikel 843a van 31 maart 2015, waarbij de incidentele vordering is afgewezen;
  • de memorie van antwoord;
  • de akte van [appellant] ;
  • de antwoordakte van Medtronic.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

2.De beoordeling

2.1
In deze zaak kan van de volgende feiten worden uitgegaan.
[appellant] is van 1 februari 1997 tot 1 maart 1999 krachtens arbeidsovereenkomst in dienst geweest van Arterial Vascular Engineering B.V. (hierna: AVE B.V.).
AVE B.V. was een dochter van AVE Inc, dat op haar beurt een dochter was van Medtronic Inc. De activiteiten van AVE B.V. zijn in juli 1999 overgenomen door Medtronic B.V., eveneens een dochter van Medtronic Inc. Zowel AVE B.V. als haar moedermaatschappij is inmiddels opgehouden te bestaan.
[appellant] heeft zich op 12 maart 1998, nog gedurende zijn arbeidsovereenkomst met AVE B.V., ziek gemeld. Bij beschikking van 12 januari 1999 heeft de kantonrechter te Wageningen de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 maart 1999 ontbonden, waarbij aan [appellant] ten laste van AVE B.V. een ontbindingsvergoeding van
f140.000,- is toegekend. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst was [appellant] nog ziek.
AVE B.V. had ten gunste van [appellant] bij Nationale-Nederlanden een zogeheten AOP-Plus Polis Collectief WAO-Volgend verzekering (hierna: AOP-verzekering) gesloten. In de AOP-verzekeringsovereenkomst zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:

Artikel 1 Begrippen
[…]
1.3
Verzekerde
De werknemer die krachtens de overeenkomst aanspraak kan maken op een uitkering in geval van arbeidsongeschiktheid.
[…]
1.9
Arbeidsongeschiktheid
Arbeidsongeschiktheid is aanwezig indien verzekerde als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolgen van ziekte of ongeval geheel of gedeeltelijk niet in staat is om inkomen uit arbeid te verwerven en zolang de verzekerde recht heeft op een uitkering krachtens de WAO.
[…]
Artikel 2 Strekking van de verzekering
De verzekering heeft tot doel uitkering te verlenen bij derving van inkomen door de verzekerde tengevolge van arbeidsongeschiktheid.
[…]
Artikel 9 Verplichting van verzekerde/verzekeringsnemer
Verzekerde/verzekeringnemer is op straffe van verlies van zijn rechten uit de overeenkomst in geval van arbeidsongeschiktheid verplicht:
[…]
b. binnen de eigen risicotermijn, doch in ieder geval binnen zes maanden, aan de maatschappij mededeling te doen van arbeidsongeschiktheid op het daarvoor bestemde aangifteformulier;
Artikel 10 Berekening van de uitkering
a. De uitkering bedraagt op jaarbasis, indien en zolang de WAO-uitkering is gebaseerd op een arbeidsongeschiktheid van:
80-100%: 100% van het verzekerde AOP-pensioen;
[…]
b. Indien en zolang de verzekerde geen recht heeft op uitbetaling van een WAO-uitkering of slechts recht heeft op uitbetaling van een gedeelte daarvan, zal de maatschappij het verzekerde arbeidsongeschiktheidspensioen niet of in gelijke mate uitbetalen.
[…]
Artikel 14 Recht op uitkering na beëindiging van de overeenkomst/verzekering
a.
Indien de overeenkomst respectievelijk de verzekering hetzij door de verzekeringnemer, hetzij door de maatschappij wordt beëindigd, geschiedt zulks onverminderd de rechten terzake van reeds ingegane arbeidsongeschiktheid […]
Artikel 17 Verjaring
Indien aanmelding van een gebeurtenis, waaruit voor de maatschappij een verplichting tot uitkering kan ontstaan, niet plaatsvindt binnen drie jaar na het moment waarop verzekerde/verzekeringnemer kennis kreeg of had kunnen krijgen van die gebeurtenis, vervalt elk recht op uitkering. […]
Artikel 30 Einde van de overeenkomst/verzekering
De overeenkomst/verzekering eindigt:
[…]
bij beëindiging van het dienstverband. In dat geval geschiedt de beëindiging van de dekking onverminderd de rechten terzake van reeds ingetreden arbeidsongeschiktheid met inachtname van het bepaalde in artikel 14;
[…]
Artikel 31 Voortzetting na beëindiging dienstverband
a.
Indien het dienstverband anders dan op grond van een dringende reden, als vermeld in het Burgerlijk Wetboek, wordt beëindigd, kan de verzekering individueel worden voortgezet op voorwaarde dat:
  • verzekerde schriftelijk daartoe de wens te kennen geeft binnen 30 dagen nadat het dienstverband is beëindigd;
  • verzekerde elders arbeid verricht waaruit inkomen/salaris wordt genoten; […]
Bij beslissing van 26 maart 1999 heeft het GAK (namens het Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen) de door [appellant] aangevraagde arbeidsongeschiktheidsuitkering geweigerd. Het GAK heeft hem meegedeeld dat hij op 10 maart 1999 gedurende 52 weken arbeidsongeschikt is geweest, maar dat zijn arbeidsongeschiktheid in aansluiting op die periode minder is dan 15%. Het GAK heeft hem laten weten dat hij geen WAO-uitkering krijgt, omdat deze wet pas recht op uitkering geeft bij een arbeidsongeschiktheid van 15% of meer. Tegen deze beslissing heeft hij geen bezwaar gemaakt. Aan [appellant] is wel een WW-uitkering toegekend. Per 15 mei 2000 heeft [appellant] zich opnieuw ziek gemeld. Per 14 mei 2001 is hem een WAO-uitkering toegekend.
[appellant] heeft op 1 juli 2010 een schadeformulier aan Nationale-Nederlanden toegestuurd. Nationale-Nederlanden heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van [appellant] zijn verjaard. In een door [appellant] tegen Nationale-Nederlanden aangespannen procedure heeft de rechtbank ’s-Gravenhage bij vonnis van 27 juli 2011 het beroep van Nationale-Nederlanden op verjaring gehonoreerd en de vorderingen van [appellant] afgewezen.
Bij brief van 5 december 2011 heeft de gemachtigde van [appellant] Medtronic bericht dat AVE B.V. en Medtronic hebben verzuimd zijn arbeidsongeschiktheid bij Nationale-Nederlanden te melden en heeft hij Medtronic daarvoor aansprakelijk gesteld en haar gesommeerd aansprakelijkheid te erkennen. Medtronic wijst aansprakelijkheid van de hand.
2.2
In eerste aanleg heeft [appellant] kort gezegd het volgende gevorderd:
  • een verklaring voor recht dat Medtronic tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen althans onrechtmatig tegenover hem heeft gehandeld;
  • veroordeling van Medtronic tot schadevergoeding, op te maken bij staat;
  • veroordeling van Medtronic in de proceskosten.
2.3
Medtronic heeft daartegen verweer gevoerd.
2.4
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis de vorderingen van [appellant] afgewezen en hem in de proceskosten veroordeeld. De kernoverweging van het vonnis luidt als volgt:

Uit de bepalingen van de AOP-verzekering volgt dat de arbeidsongeschikte werknemer slechts aanspraak op een verzekeringsuitkering kan maken indien hij recht heeft op een uitkering krachtens de WAO. Vast staat dat [appellant] […] geen recht had op een WAO-uitkering tijdens en/of aansluitend aan de arbeidsovereenkomst. […] De vorderingen zullen dus worden afgewezen omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het recht op uitkering uit de AOP-verzekering, nog daargelaten of gedaagden in plaats van de voormalige werkgever van [appellant] aansprakelijk gehouden kunnen worden en voorts daargelaten of sprake is van verjaring en/of rechtsverwerking.”
2.5
[appellant] heeft in hoger beroep vijf grieven tegen het vonnis naar voren gebracht. Hij heeft geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis en tot het alsnog toewijzen van zijn vorderingen.
2.6
Het geschil draagt een internationaal karakter, omdat Medtronic Inc. in de Verenigde Staten van Amerika is gevestigd. Tegen de oordelen van de kantonrechter inhoudende dat de Nederlandse rechter in dit geschil rechtsmacht heeft, dat de kantonrechter te Breda bevoegd was om de zaak te behandelen en dat Nederlands recht van toepassing is, zijn geen grieven gericht. Het hof verenigt zich met die oordelen.
2.7
Met grief 1 komt [appellant] op tegen de kernoverweging van de rechtbank, zoals hiervoor geciteerd. Volgens [appellant] heeft de rechtbank de AOP-voorwaarden onjuist gelezen en heeft de rechtbank miskend dat niet het moment waarop hij recht had op een WAO-uitkering bepalend was voor het moment waarop aanspraak kon worden gemaakt op het verzekerde arbeidsongeschiktheidspensioen, maar het moment waarop [appellant] als gevolg van ziekte niet in staat was om inkomen uit arbeid te verwerven, dus 10 maart 1998 (bedoeld zal zijn 12 maart 1998, zijnde de dag van ziekmelding). De zinsnede ‘
en zolang de verzekerde recht heeft op een uitkering krachtens de WAO’ uit artikel 1.9 van de verzekeringsvoorwaarden is geen constitutief element van “arbeidsongeschiktheid”, maar strekt in combinatie met artikel 10 onder b van die voorwaarden tot bepaling van de duur van de uitkering.
2.8
Het hof overweegt daarover als volgt. De afgesloten verzekering strekt ertoe om een uitkering te verlenen indien de verzekerde inkomen derft als gevolg van arbeidsongeschiktheid (artikel 2 van de verzekeringsvoorwaarden). In de begripsomschrijving die in de verzekeringsvoorwaarden is opgenomen (artikel 1.9), is in de eerste plaats opgenomen dat sprake is van arbeidsongeschiktheid als de verzekerde als rechtsreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of ongeval geheel of gedeeltelijk niet in staat is om inkomen uit arbeid te verwerven. Zoals Medtronic heeft opgemerkt, wordt daarmee aangesloten bij de tekst van artikel 18 WAO, zoals dat destijds gold. De zinsnede ‘
en zolang de verzekerde recht heeft op een uitkering krachtens de WAO’ maakt onderdeel uit van die begripsomschrijving van arbeidsongeschiktheid (artikel 1.9 van de voorwaarden). Uit de naam van de verzekering, de begripsomschrijving van arbeidsongeschiktheid die in de polisvoorwaarden is opgenomen en uit de wijze van berekening zoals opgenomen in artikel 10 van die voorwaarden (zie overweging 2.1 d) blijkt dat het recht op een uitkering krachtens deze verzekering onlosmakelijk is verbonden aan het recht op een WAO-uitkering. Het hof volgt [appellant] daarom niet in zijn uitleg van de verzekeringsvoorwaarden. Grief 1 slaagt niet.
2.9
Volgens [appellant] heeft de kantonrechter ten onrechte onbesproken gelaten dat (de rechtsvoorganger van) Medtronic verplicht was:
  • hem te informeren over de AOP-verzekering (grief 2);
  • zijn arbeidsongeschiktheid tijdig aan de verzekeraar te melden (grief 3 en 4);
  • hem te informeren over de wijze waarop de AOP-verzekering zou eindigen en over de mogelijkheid om die verzekering na beëindiging van zijn dienstverband individueel voort te zetten (grief 5).
Aan die verplichtingen heeft (de rechtsvoorganger van) Medtronic niet voldaan, aldus [appellant] , waardoor hij schade heeft geleden die Medtronic dient te vergoeden.
2.1
De grieven 2 tot en met 5 treffen evenmin doel. Vast staat namelijk dat [appellant] ten tijde van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet arbeidsongeschikt was in de zin van de verzekering. Hij had op dat moment geen recht op een uitkering op grond van die verzekering. De verzekeringsovereenkomst is bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst geëindigd. Anders dan [appellant] kennelijk meent was daartoe geen opzegging vereist. De verzekeringsovereenkomst is van rechtswege geëindigd. Uit artikel 30 sub b van de voorwaarden volgt immers dat de verzekeringsovereenkomst eindigt bij beëindiging van het dienstverband. [appellant] had geen recht op uitkering na beëindiging van de verzekeringsovereenkomst, omdat hij toen geen recht had terzake van reeds ingegane arbeidsongeschiktheid. Dit vloeit voort uit artikel 14 in verbinding met de artikelen 1.9 en 30 van de verzekeringsovereenkomst. Dat betekent dat, ook als (de rechtsvoorganger van) Medtronic een verplichting heeft geschonden hem over de AOP-verzekering te informeren en/of de ziekte van [appellant] tijdig aan de verzekeraar te melden, hieruit geen schade voor [appellant] is ontstaan.
Dat geldt ook voor een eventuele schending van een verplichting [appellant] te informeren over de wijze waarop de AOP-verzekering zou eindigen en de mogelijkheid om die verzekering individueel voort te zetten. Medtronic heeft erop gewezen dat individuele voortzetting op grond van artikel 31 van de verzekeringsvoorwaarden alleen mogelijk zou zijn geweest indien [appellant] na beëindiging van de arbeidsovereenkomst met AVE B.V. elders arbeid zou hebben verricht waaruit inkomen/salaris werd genoten en zij heeft onbetwist aangevoerd dat aan die voorwaarde niet werd voldaan. Als één of meer van de door [appellant] genoemde verplichtingen op (de rechtsvoorganger van) Medtronic zou(den) rusten en als één of meer van die verplichtingen zou(den) zijn geschonden, heeft dit dus niet tot schade geleid. Anders gezegd, ook als (de rechtsvoorganger van) Medtronic hem wél had geïnformeerd over de AOP-verzekering en zijn ziekte wél voor het eindigen van de wachttijd aan de verzekeraar had gemeld, dan nog had [appellant] geen recht gehad op een arbeidsongeschiktheidspensioen van de verzekeraar en ook geen mogelijkheid om de verzekering zelf voort te zetten. De vordering tot schadevergoeding zou dus hoe dan ook zijn afgewezen. Van enig zelfstandig belang bij de gevorderde verklaring voor recht dat er sprake was van toerekenbaar tekortschieten of onrechtmatig handelen van Medtronic is niet gebleken.
2.11
De overige verweren van Medtronic, onder meer inhoudende dat zij niet de werkgever of rechtsopvolger van de werkgever is, dat op [appellant] zelf een meldingsplicht rustte en dat er sprake is van rechtsverwerking en verjaring, hoeven gelet op het voorgaande niet te worden besproken.
2.12
Het hof komt tot de conclusie dat het vonnis van de kantonrechter moet worden bekrachtigd. Omdat [appellant] de in het ongelijk gestelde partij is, zal hij in de proceskosten worden veroordeeld.

3.De uitspraak

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 18 juni 2014;
veroordeelt [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep, en begroot die kosten tot op heden aan de zijde van Medtronic op € 704,-- aan griffierecht en op € 1.341,-- aan salaris advocaat, en voor wat betreft de nakosten op € 131,-- indien geen betekening plaatsvindt, dan wel op € 199,-- vermeerderd met de explootkosten indien niet binnen veertien dagen na de datum van dit arrest is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken veroordelingen en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden,
en bepaalt dat deze bedragen binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der voldoening;
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.F.M. Pols, M. van Ham en J.M.H. Evers en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 25 april 2017.
griffier rolraadsheer