Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
3. De krachtens het tweede lid opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan de raad overgelegde stukken vervalt, indien de oplegging niet door de raad in zijn eerstvolgende vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht, wordt bekrachtigd.”
- Op 19 februari 2013 hebben Burgemeester en Wethouders (B&W/het college) van Heerlen besloten om de raad te informeren onder meer over het huisvesten van het kantoorpersoneel van het Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg (WOZL) op één locatie in het voormalige CBS-pand te Heerlen. Tevens heeft het college besloten – kennelijk op de voet van art. 25 lid 2 Gemeentewet – de geheimhouding op te leggen voor de duur van 5 jaren ten aanzien van onder meer een bijlage genaamd “besparing” in huisvesting, alsmede om deze bijlage onder oplegging van geheimhouding ter inzage te leggen voor de leden van de raad.
- Op 4 maart is de “raadsinformatiebrief februari 2013” per e-mail verzonden aan de leden van de raad. In deze brief, die onder meer betrekking heeft op het huisvesten van het kantoorpersoneel van WOZL in het voormalige CBS-pand, wordt beargumenteerd waarom bepaalde informatie geheim moet blijven. Aan het slot wordt vermeld: “Bijlagen. Onder geheimhouding ter inzage bij de griffie: (…) een overzicht van de besparing vanwege huisvesting van het kantoorpersoneel op een unilocatie.”
- De stukken ten aanzien waarvan geheimhouding was opgelegd, hebben vanaf 4 maart 2013 ter inzage gelegen bij de griffier. Blijkens de aantekening op het schutblad en blijkens mondelinge mededeling van de griffier heeft niemand deze stukken ingezien.
- Op 12 maart 2013 vindt een raadsvergadering plaats, waarop de onderhavige kwestie niet is geagendeerd omdat dit volgens de gemeente Heerlen vanwege de voor die vergadering geldende cyclus (van het verzenden van stukken en commissievergaderingen voorafgaande aan de raadsvergadering) niet meer mogelijk was.
- Op 27 maart 2013 wordt een voorstel aan de raad geformuleerd voor de raadsvergadering van 9 april 2013, met als onderwerp “Het kennis nemen van de ingekomen stukken en van de wijze van afhandeling ervan”, registratienummer 2013/5247. Op de laatste bladzijde van dit vergaderstuk wordt vermeld, onder het hoofd “raadsinformatiebrieven”, onder 3 “Raadsinformatiebrief d.d. 4 maart 2013 inzake de WOZL van februari 2013 (…) (ter kennisname).” Hierbij wordt niet verwezen naar het besluit van het college om geheimhouding op te leggen.
- Op 9 april 2013 vindt een vergadering van de gemeenteraad plaats. Agendapunt 4 van deze vergadering was “Het kennis nemen van de ingekomen stukken en van de wijze van afhandeling ervan. (2013/5247)”. Blijkens de notulen van deze vergadering (blz. 11-12) is bij de bespreking van dit agendapunt de geheimhouding niet ter sprake geweest. Tijdens deze vergadering heeft de raad het volgende besluit genomen: “Besluit unaniem. Overeenkomstig het voorstel voor kennisgeving aangenomen.”
De verdachte heeft verklaard dat hij deze informatie niet heeft ontleend aan de geheime bijlage, die hij nooit heeft ingezien, maar heeft gehoord van een derde die buiten het gemeentelijk apparaat staat.
In haar uitspraak van 21 mei 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1809, heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak overwogen: