Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellante 2] ,wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/274503/HAZA 13-971)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord.
3.De beoordeling
“
(…) Op het moment dat wij met politie en justitie naar binnen zijn gegaan, constateerde we dat de halyester kap waar de meter in zit onbeschadigd was. De kap van de meter zelf, de behuizing van de meter, was niet beschadigd. De verzegeling was echter verbroken. De bevindingen zoals deze in het rapport staan opgenomen, spreken verder voor zich. Ik heb niet geconstateerd dat er een paard tegen de meterkast heeft aangetrapt. De houten kast waar de meter in zat, was onbeschadigd. (…)Ten aanzien van het punt dat de meterstand op het moment van opname op 8 maart 2012 dezelfde was als op 27 april 2011 antwoord ik dat dit moet zijn veroorzaakt door menselijk handelen. Wij hebben de meters bekeken. De draaischijf wordt bekrachtigd door de stroom. Aan de achterkant van de draaischijf zit een wormwieltje, dit wieltje drijft het telwerk aan. Het asje van dit wieltje was los van het telwerk. Het telwerk en de draaischijf stonden daardoor niet met elkaar in verbinding. Het gevolg daarvan is dat het telwerk niet doordraait. Dit kan alleen door menselijk handelen zijn veroorzaakt en niet door een trap van een paard of een andere oorzaak. Dat de verzegeling van het klemmendeksel niet meer aanwezig was, is veroorzaakt door menselijk handelen. Om de verzegeling te verbreken moet een draadje worden doorgeknipt. Dit gaat niet vanzelf. Het is een staaldraadje met een loden zegeltje. Het gaat hier om de verzegeling van het kapje waar de bedrading achter zit. Dat de op de meters aangebrachte ijkzegels waren verbroken, is veroorzaakt door menselijk handelen. Deze ijkzegels zijn normaal dichtgeknepen en het merkje van het ijkwezen is normaal gesproken goed leesbaar. Hier was duidelijk zichtbaar gemanipuleerd. (…)”.[appellanten c.s.] hebben tegenover de verklaring van de getuige [getuige] in hoger beroep slechts aangegeven dat het bij een zorgvuldige controle en juiste aanpak had gepast om eerst “achter” de meter te meten of zoveel energie “door de niet registrerende” meter was afgenomen, dat op het terrein van [appellanten c.s.] geen enkele installatie is aangetroffen die aanzienlijke hoeveelheden energie “consumeerde” en dat geen “aftakkingen” voor de meter zijn geconstateerd. Naar het oordeel van het hof hebben [appellanten c.s.] hiermee de door Delta gestelde feiten en omstandigheden onvoldoende gemotiveerd betwist. Los van de in algemene bewoordingen gedane betwisting van de verklaring van getuige [getuige] , is in hoger beroep niet gereageerd op de punten uit het hiervoor genoemde Rapport E-Diefstal met de daarin opgenomen foto’s van de meter die volgens Delta gemaakt zijn tijdens het binnentreden op 8 maart 2012 en waarop volgens haar de fraude aan de meter is te zien (Rapport E-Diefstal bijlagen 8 en 12).
In de inleiding van de memorie van grieven stellen [appellanten c.s.] thans nog dat de politie de elektriciteitsmeter in beslag had moeten nemen en deze aan het NFI voor onderzoek had moeten afgeven. Dit is volgens [appellanten c.s.] niet gebeurd, de meter is door meerdere handen gegaan en langere periodes “uit beeld” geweest van de politie en het NFI, zodat de conclusie van het NFI is gebaseerd op constateringen/feiten (constateringen op de meter) waarvan beslist niet eenduidig kan worden gesteld dat die hen aangerekend kunnen worden.
U vraagt mij wat er is gebeurd met de meter toen deze op 8 maart 2012 in beslag is genomen. Ik heb gezien dat de meter is meegenomen door iemand van Delta. (…)”.